vrijdag 28 juni 2019

Over vangnetten en vissersnetten

Om het begin van de vakantie te vieren*, logeren we bij een familie met drie Duitse dochters. Ze wonen in een prachtige villa, zo goed als op het strand, bakken elke dag brood en zwemmen bij het ochtendgloren in de oceaan.

Na een paar dagen ben ik zo nieuwsgierig dat ik mijn wekker zet. Ik, die vind dat het belang en plezier van slapen ernstig ondergewaardeerd worden! Op een vakantiedag! Helemaal vrijwillig!

Als de wekker afgaat, heb ik spijt. Zes uur is voor Vietnamezen en de meeste expats heel gewoon, voor mij te vroeg. Met kleine oogjes trek ik mijn slaapshirt uit en mijn badpak aan. Ik drink een groot glas water, zet een duikbril op en wandel met Nadine naar het strand.

Op blote voeten, dat maakt veel goed. De zon doet ook haar best. Ze gaat onder achter de bergen, komt op uit de zee en staat nu al behoorlijk geel boven de horizon. Het water golft zo rustig als een meer en is uitzonderlijk helder. Ik voel een koude die ik kan overwinnen.

We zwemmen waterinwaarts tot we zo'n honderd meter verder een lijn op de bodem zien. Parallel met de kust sleepte hier vannacht een vissersnet over het zand, dat spoor volgen we. Onderweg leggen we ons een paar keer als zeesterren op het water te dobberen in de zon. Achthonderd meter verder staan vlaggen in het zand gepland, daar zwemmen we terug naar de kust.

In totaal een kilometer. Op de nuchtere maag deed het toch verrassend veel deugd. Nadien barst ik van de energie en de honger, tijd voor ontbijt. Later op de dag, als de zee iets harder begint te golven en Lukas onder de hoogste zon tien minuutjes ter verfrissing in het water mag, is het nog steeds heel mooi.



* ... en mijn bestaan als tijdelijk alleenstaande moeder te verlichten. Ik ben getrouwd met een wereldreiziger die zich voor Noord-Zuid (het voorbije jaar Oost-West) samenwerking inzet en met de kinderen dus af en toe op mezelf aangewezen. Een goed netwerk helpt daarbij enorm, liefst zo dicht mogelijk in de buurt.

In België is mijn netwerk groter en steviger dan in Vietnam. Telkens ik hier tijdelijk op mijn eentje ben, voelt het toch een beetje vreemd. Zeker nu Allerliefste iets langer weg blijft. Naar het Belgisch hoofdkantoor pendel je van hieruit niet zomaar even over en weer.

Het werd zomervakantie en ik zuchtte. Hoe sleep ik mezelf en de kinderen door die lange, hete dagen? We kunnen niet de hele dag in het zwembad zitten. Geen zonnecrème die dat aankan en bovendien weinig verfrissend. Alsof je in een bad stapt, zo warm is het water. (Hotels gooien grote ijsblokken in hun zwembaden.) Ook fietstochten en uitstapjes zijn nu ondenkbaar, tot drie uur 's middag is het buiten ondraaglijk.

'We kunnen toch moeilijk de hele dag films kijken?' vroeg ik Nadine en Lieve. 'En gezelschapsspelletjes, boeken, Lego bouwen en tekenen worden ze op den duur ook beu.'
'Kom in het weekend naar Đà Nẵng,' zei Lieve. 'Ik weet wel een paar verkoelende activiteiten.'
'Trek daarna een paar dagen bij ons in,' zei Nadine. 

Mijn netwerk hier is kleiner en losser, maar omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten wel heel begrijpend en ondersteunend. Ik moet geen twee keer nadenken, zeg op alles gretig JA.  

JA, zelfs als ik de wekker moet zetten. Misschien wil ik ooit nog wel een keer - één keer - om vier uur opstaan om de zon uit de zee te zien rijzen. Maar dan met Allerliefste erbij.

Die moet nu maar snel naar Vietnam terug komen, wij zijn morgen alweer gewoon thuis. Laat die sleutels maar in de bagage zitten, we zullen de deur wijd open zwieren. 
      

dinsdag 25 juni 2019

Wanneer

Begon het allemaal toen hij voor het eerst aan de voordeur stond en vroeg of de oudste dochter thuis was? Toen hij een gedicht voor mij overschreef? Toen ik begon uit te kijken naar de faxen die hij via de computer van zijn zus naar het kantoor van mijn vader stuurde? Toen hij voorstelde om me op te halen, zodat we samen konden fietsen? Toen hij voorstelde om mij terug thuis te brengen, en met zijn fiets vol stickers op het voetpad bleef plakken? Of misschien toch op het moment van die eerste kus, toen ik zijn pintje uit de weg zette en naar hem boog?

Ik weet niet precies wanneer wij begonnen. Nu eenentwintig jaar geleden.

Ongeveer.
   

maandag 24 juni 2019

Ik snorkel

Met de boot naar de baaien van Cham eiland, tijdens de vaart heen en terug bungelende voeten van vader en dochter







De tweede keer duik ik mee, had ik gezegd. Op de boot krabbel ik terug. Ik wil graag nog wat portretfoto's maken, in dat neopreen en met die zuurstofflessen op hun rug, en dat kan niet als ik zelf in het water lig.
 
Twee baaien, twee duiksessies. Ze lachen elke keer mooi en lief naar mij, verdwijnen daarna onder water. Ik leg de camera opzij en spring hen achterna, ook in thermisch pak, maar met een snorkel in plaats van duikflessen. Zonder al te veel verwachtingen, van de vorige keer heb ik begrepen dat je echt wel meer ziet als je tussen de koraalriffen kunt zwemmen. Erboven, aan de oppervlakte, is alles troebel en moet je al veel geluk hebben.

Ik heb dat! Het water is ongewoon helder. Tijdens mijn snorkeltochten zie ik allerlei zeeslakken (nudibranches) en anemonen. Rode en witte, leerachtige. Sinds ik weet dat hun golvende bewegingen niet door deinend water veroorzaakt wordt, maar dat anemonen zelf hun tentakels wuiven, vind ik ze nog veel mooier.

Dicht tegen de koralen geplakt liggen her en der blauwe zeesterren, zo groot als een lineaal (en dat heb ik blijkbaar juist ingeschat). Sommigen met hun armen en benen uitgestrekt, symmetrisch als een zeester in een kinderboek. Anderen hebben vier tentakels langs de ene kant gegooid, eentje in de tegenovergestelde richting. Als een vork, of beter nog, de scepter van Neptunus.

Ik zwem door een school kwallen. In hun doorzichtig roze lijf zie ik het fluo blauw van kleine stroomstootjes bewegen. De flitsen vertrekken van ergens in het bolle gedeelte en gaan tot aan het uiteinde van hun tentakels, alsof ik naar een geanimeerde röntgenfoto kijk. De kwallen bezorgen mij een show zo spectaculair als de inktvissen in Sing. Het is schrikken wanneer er eentje langs mijn wang zwemt. Slijmerig, maar gelukkig zonder prik. De elektrische schokjes die ik op armen en voeten voel, komen van zeeluis. Zo warm is het water ondertussen! De rest van mijn lijf is - ook tegen de kou, ik ben minder snel verwarmd dan zeeluis - in neopreen gehuld, daar kunnen ze niet aan.

Ik zwem verder, zie zo veel tropische vissen dat ik me ondertussen in de film van Nemo waan. Er is een categorie vissen met dikke zoete lippen. Ik zie de geel gestreepte en enkele met oranje lijnen. Een andere verzameling wordt vlinders genoemd, misschien omdat de vissen zo plat zijn als fladderende vleugels? Ik zie er eentje met de ogen van een panda, een paar met een witte kraag, en een paar in tranen. De vissen in de categorie van de engelen hebben achteraan hun lijf precies twee vleugels. Ik zie keizerlijke en koninklijke exemplaren, als ze me dicht genoeg naderen, zie ik dat er echt wel verschil op zit. De blauw geringde vind ik de mooiste.

Ik denk dat ik de blauw gestreepte blanquillo zie. Eigenlijk weet ik het wel zeker, een hele school! Of misschien waren het maanjagers. Alleszins wel een paar wimpelvissen. De enkelvoudige én de versie met de lange vin, ook al lijken die verdacht veel op elkaar. Of is dat toch het Moorse idool? Ik zie, echt waar, een poederblauwe eenhoornvis en een gouden konijnvis (die met stipjes). En een paar clownvissen, daarin zou ik mij nooit vergissen. 

En dan in mijn ooghoek, iets felblauw en geel. Zodra ik erheen snorkel, wordt het beeld scherper. Geen vissen, maar de zwemvliezen van Jana, Marlou en hun instructor. Hetzelfde gebeurt in de andere baai, toen Marlou er al genoeg van had. Na een tijdje kom ik toevallig boven Jana en haar begeleider drijven.

Tien meter dieper dan ik hebben ze geen flauw benul dat ik boven hen zwem. Ik kan de drie, later twee duikers ongestoord observeren. Het is alsof ik naar een gedicht kijk. Matt wuift iets, samen draaien Marlou en Jana een andere richting uit. Jana wijst, Matt knikt, parallel zwemmen ze verder. Het lijkt alsof ze deze dans speciaal voor mij gerepeteerd hebben. Zo sierlijk, al hun bewegingen vertraagd. Als het golven van een anemoon, met een lange sliert bellen achter hen aan.

Als we elkaar op de boot weerzien, kan ik niet ophouden. Ik heb zoveel vissen gezien! En jullie! Visual poetry! Nadine, die het snorkelen al snel opgaf, zegt dat ik de volgende keer haar onderwatercamera moet meenemen.

Dat lijkt me wel wat, kan ik misschien op mijn verlanglijstje zetten. Anderzijds ...

Proberen omschrijven hoe mooi de bewegingen van de duikers waren, daar nooit helemaal in slagen en dan samen op de boot door de gelamineerde pagina's bladeren, aanduiden welke vissen we gezien hebben en al die poëtische namen proberen onthouden (wat een classificatie ook!), dat heeft ook wel iets. 

zondag 23 juni 2019

Jaarboek

Ik ken het fenomeen alleen van Amerikaanse high school films. Het dichtste dat we ooit bij een jaarboek kwamen, was misschien wel die keer met het stickerboek.

Vorige week, laatste schoolweek, kwamen ze elk met hun eigen exemplaar thuis. En met massa's schriften, tekeningen, kunstwerken, rekenblaadjes, taaloefeningen, presentaties, journals. Ik maakte er een compositie van.

Omdat ik weet dat de (over)grootouders hier naar de (achter)kleinkinderen zullen speuren, heb ik er mijn stiften bijgehaald. Glij naar beneden, dan zie je Jana en Lukas in geel vuurwerk staan. En op allerlei groepsfoto's, te klein om echt goed te kunnen zien.

Daarom heb ik er ook hun bladwijzers naast gelegd. Een fotokaart, waarop hun eigen portret net iets groter staat, binnen het thema van het jaarboek. Het antwoord op 'when I grow up, I want to ...' mocht veel verder gaan dan een beroep. Sommigen willen later gewoon 'happy' zijn of 'lots of puppies' hebben.

Jana wil 'a Mum who lives in the countryside' worden, Lukas 'a scientist'. 'Een echte,' zegt hij, als ik vraag naar welke soort wetenschapper. 

De gele cirkels, daar wil ik ook nog iets over vertellen. Jana kreeg - voor de tweede keer - haar getuigschrift van het lager onderwijs. In een plechtig lettertype, ik trok een cirkel rond haar naam. Iets hoger een cirkel rond een paar sticky notes. De student led conference van de internationale school deed mij heel sterk denken aan de portfoliogesprekken op de Feniks. Toen ze die gesprekken als leerling zelf in goede banen leidden, plakten die van ons ook in hun vroegere school post-its op wat ze wilden tonen.
 
En dan is er nog een cirkel helemaal vanboven, een beetje naar links. Lukas kleide in het project 'onze actieve planeet' zijn eigen fosiel. Afdrukken van takken, stempels van schelpen, precies zoals organismen hun sporen in versteende aardlagen achterlieten. Het is lang niet het enige  'ervaringsgericht leren' van het voorbije schooljaar.

Jana had een wiskundig project over codes breken en cijferreeksen. Op het einde kon ze het mysterie van een ontvoerde kiwi oplossen en met de hele klas naar een escape room. Lukas heeft tektonische platen gebouwd waarmee hij aardbevingen kon simuleren, een actieve vulkaan en een waterput. Die van De Wolf en de Zeven Geitjes, een opdracht in het project 'verhalen': maak een bekende constructie uit een sprookje na. Ook als het op het eerste gezicht alleen maar over taal gaat, kun je met ervaringsgericht leren zo veel meer kanten uit.

Naast allerlei papieren kwam vorige week dus ook veel driedimensioneel ons huis binnen. Ik weet nog niet wat we daarmee moeten aanvangen. Alle schriften, rekenblaadjes, taaloefeningen, presentaties en journals bewaren? Of enkel een selectie? Dat wordt nog moeilijk voor de tekeningen en kunstwerken.

Het jaarboek bewaren we zéker! Want het is zoals het in het voorwoord staat. In een jaarboek kun je op het einde van het schooljaar alvast even bladeren, maar niet te lang, de vakantie wacht! Eigenlijk mag je jaarboek zo goed als meteen op een plank belanden en daar jarenlang blijven staan. Bedoeling van een jaarboek is dat je het pas na lange tijd uit de kast haalt en open slaat, om dan het stof van de pagina's en je herinneringen te blazen.

Ik probeer me voor te stellen hoe we later al bladerend op het schooljaar 2018-2019 zullen terugkijken. Als ik op de foto's in het jaarboek afga, dan denk ik: met een brede glimlach. 
    

vrijdag 21 juni 2019

Midzomerzonsondergang

Om vijf uur trekken de toeristen een T-shirt over hun zongebruinde, zongebrande, vaak zonverbrande bovenlijf. Ze ruilen het strand in voor het historisch centrum, waar ze langs lampionnen en helverlichte eetkraampjes slenteren. Een hapje eten en misschien ook wel een drijvende vlam te water laten, dat brengt geluk.

Om vijf uur trekken de Vietnamezen naar het strand. De zon brandt niet meer, dus worden kinderen in reddingsvesten gehesen en plastic tafeltjes gedekt. Zwemmen en met de familie een hapje eten, dat is geluk.





Wij doen half toeristisch, half Vietnamees. We trekken pas rond drie uur in de namiddag naar het strand en blijven tot 8 uur hangen, wanneer het al lang donker is. Dezer dagen zwemt Lukas 'nog een laatste keer' met vriendjes die bijna naar hun thuisland terug gaan. Daarna doen we van samen eten en naar de zonsondergang kijken.

Ik moet er nog steeds aan wennen dat de zon hier niet in de zee zakt. En aan wat dat doet met lucht en licht, zowel waar de zon ondergaat (hieronder) als in de drie andere windstreken (hierboven).

'Heb je daar al een foto van?' vraagt Jana dan. Ze wijst mij altijd wanneer de wolken een gouden randje hebben. Ik weet niet of het met de zomerwende te maken heeft, maar rond deze tijd van het jaar zakt de zon extra spectaculair.  


donderdag 13 juni 2019

Valiezen verkoop

In een expat gemeenschap staat de zomer in het teken van komen en gaan. Families die verder trekken, willen minstens de helft van hun huishouden kwijt. Nieuwkomers hebben allerlei gerief nodig dat voor het welzijn van de planeet niet per se spiksplinternieuw moet zijn. Tijd voor een rommelmarkt.

In het organiserend comité passeren allerlei namen. Als ze het over garage sale en flea market hebben, ben ik mee. Garageverkoop en vlooienmarkt. Tweedehands spullen worden consequent pre loved items genoemd, ook dat kan ik volgen. Als ze het over car boot sale hebben, moet ik om uitleg vragen. Het gaat om de verkoop vanuit een autokoffer, car trunk ofte car boot.

Dan komt Hannah met luggage rummage op de proppen. Wablieft? Het betekent zoveel als snuffelen door de bagage. 'Past goed bij al dat verhuizen hier,' zegt ze. 'En we kunnen de markt met vintage valiezen aankleden.' Ik leen die van mijn grootouders uit en pleit en passant voor een naam die ook niet Engelstaligen verstaan. Second hand market komt er onder te staan.

In internationaal gezelschap zijn er voor de invulling van rommelmarkt even veel ideeën als er namen zijn. Ik verkoop alles aan bodemprijzen, anderen hopen dat hun kraam opbrengt, nog anderen willen winst voor het organiserend team. Er is discussie of de opbrengst geheel of gedeeltelijk naar een goed doel mag gaan. Of er geen, weinig of veel eten en drinken moet zijn. Of professionele verkopers toegestaan zijn. En zo ja, volgens welke criteria. Lokaal? Duurzaam? Zelfgemaakt?  

Op de speelplaats worden de twee goalen voor andere doelen gebruikt

We raken eruit en eindigen zelfs in stijl. Of hebt U misschien ooit al een rommelmarkt gezien met bar en relaxzone? Lukas ligt de hele namiddag in de kussens te lezen, de complete verzameling loser-dagboeken die ik op de kop wist te tikken.

Er is een weggeef tafel vol gerief waarvoor je zelfs geen duizend đồng (4 cent) meer kunt vragen. Een kleine boekenruilkast, zo'n minibibliotheek die werkt volgens het principe take one, leave one. Een gratis muziekoptreden.

En vier grote bakken waarin marktkramers hun onverkochte spullen kunnen deponeren. Doneren. De schoenen, kleren, boeken en huiswaar gaan naar lokale ngo's.

Maar het beste van al... Er worden zowaar Belgische wafels verkocht.


woensdag 12 juni 2019

Bamboo Bucks

  • Niet aanraken.
  • Blaas of peddel je boot voorwaarts.
  • Zinken mag, zolang je maar de eindmeet haalt.
  • De scheidsrechter heeft altijd gelijk.

Een goed spel heeft soms maar weinig regels nodig.


    Op het einde van het schooljaar wordt vooral gefeest, van het officiële leerplan wordt zelden nog iets geleerd. Hoewel. Bovenop klasuitstap, family fun afternoon, eindvoorstelling en slaapfeestje ook een markt. Waardoor de kinderen plots héél veel leerden.

    Sparen. Maanden op voorhand begonnen Jana en Lukas bamboo bucks te verzamelen. Papieren schoolgeld dat ze in de klas konden verdienen door bijvoorbeeld extra netjes te schrijven, hun huiswerk of bibliotheekboek ruim op tijd in te dienen en dat soort dingen. 'De hele klas heeft vandaag goed gezwommen, we hebben allemaal vijf bamboo bucks gekregen!'

    Businessplan opstellen en investeren. Op de markt kun je goederen verkopen of diensten aanbieden. Denk slijm, limonade, haarbandjes, oud speelgoed, zelfgemaakte badbommen, glazuurkoekjes. Goederen zijn dingen die je kunt vastpakken. Nagels lakken, een beyblade hoekje, voetmassage, handlezen, portretschilderen en zo vallen onder diensten. Kostprijs voor dit soort kraampjes: twintig bamboo bucks.

    Organiseer je een voorstelling - filmvertoning, goochelshow, kooksessie - dan huur je voor dertig bamboo bucks een heel klaslokaal af. Samenwerken mag. Enkele weken voor de markt start, dien je je voorstel in, ondertekend door de ouders.

    Wij zetten onze handtekening onder het cupcake kraam dat Jana met Anna en Marlou wil opzetten. JAM's eetcafé. En twee handtekeningen onder de boat race van Lukas. De kinderen betalen netjes hun huurgeld en bedenken hoeveel ze moeten bakken, het boodschappenlijstje voor de ingrediënten, het ideale parcours, de spelregels. Zie helemaal bovenaan. 

    Prijs bepalen en winst maken. Omdat de waarde van bamboo bucks niet zo duidelijk is, hanteren de kinderen een flexibel prijsbeleid. Kwestie van vraag en aanbod. 'We zullen wel zien hoe duur de  concurrenten zijn en wat onze klanten willen betalen.' Er wordt onderhandeld zoals op een Vietnamese markt en winst gemaakt.

    Uitgeven. Zonder consumenten geen volwaardige markt, zonder shoppen geen plezier van je winst. Daarom hebben de meeste stalletjes een bordje met open/closed. Lukas laat zijn waterbaan regelmatig onbemand achter, Jana verdeelt aankopen en verkopen over haar vriendinnen. Zij komt met een zelfgemaakte bladwijzer thuis, hij met een "steen" waarin een schat verborgen zit.

    's Avonds tellen ze de resterende bamboo bucks die ze de komende dagen in de klas kunnen spenderen aan computerspelletjes, leestijd tijdens de rekenles en allerlei VIP behandelingen. Uit de kleiklompt graaft Lukas een knoert van een parel op.




    Tot zover de economische beginselen. Er komt ook wat marketing en communicatie bij kijken. Jana hangt haar posters op strategische plaatsen, zoals boven de lavabo bij de toiletten.

    En een paar principes van duurzaam ondernemen. Ik vouw melkkartonnen bootjes en help Lukas een herbruikbaar wedstrijdschema opstellen. Verder is de markt zelf eerder een soort ruileconomie, met een alternatieve munt. Bovendien startte elk kind met een basisinkomen. Niet helemaal volgens het kapitalistisch model dus. 

    Hoewel. Het (tweede en) laatste uur van de markt is voor echt. Dan zijn ook leerkrachten en ouders welkom. Eerst langs de bank waar je echt geld tegen de schoolmunt kunt ruilen. De koers bedraagt 20.000 VND voor 5 BB, door die hoge bedragen lijkt de Vietnamese đồng soms meer op monopoliegeld dan de bamboo bucks. Dan langs de kraampjes. 

    Te overwegen voor uw volgende schoolfeest? Veel geleerd. Relatief weinig werk voor de leerkrachten. Een beetje geld in het laatje. En ook nog eens plezant.

    zaterdag 8 juni 2019

    Vuurwerk

    Het wemelt hier van de Belgen, de laatste tijd. En de Brazilianen. Vanavond zal er wel voor iets tussen zitten. Dan nemen onze Pyrotechnics het op tegen Fogo de Artifício do Brasil.





    Afgezette straten, er wordt veel volk verwacht. Wij gaan natuurlijk ook naar de kwartfinale kijken. Vanop een rooftop bar bij de rivier. Samen met collega's en partners van zijn werk en wat volk van de ambassade. Klein feestje.

    Want België-Brazilië in Vietnam, zo vaak gebeurt dat nu ook weer niet. Ik laat nog wel iets weten als we de finale halen.
       

    donderdag 6 juni 2019

    Balans

    Een jaar geleden landde Allerliefste in Vietnam. De job riep, er zat niets anders op dan hem als een voorpost vooruit te schuiven. Driehonderdvijfenzestig dagen later is het tijd om de balans op te maken. Wat is goed aan het leven hier? Wie en wat missen we? Verder nog voornemens?

    Belangrijke indicator voor mij is niet alleen wat er bij het eetstalletje gezegd wordt, maar ook wat ondertussen gebeurt. Jana en Lukas bestellen bánh xèo, ik salade met banana flower, Allerliefste een kom phở. In het Vietnamees. Dat charmeert de uitbaatster zodanig dat ze Allerliefste nog wat woordjes bijleert. 

    Onderweg naar het stalletje op de markt hebben we naar Rodrigo gezwaaid, op de terugweg komen we Alison en Amada tegen. 'Waar zijn jullie geweest?' vraagt ze terwijl ze haar brommer en haar dochter naast onze fietsen intoomt. 

    We hebben hier elk ons lievelingseten! Steeds vaker komt er een klik in ons contact met de Vietnamezen! Allerliefste krijgt basaal vat op de taal, een hele prestatie! We kennen hier steeds meer mensen! En dan zijn er nog al die andere dingen die we ondertussen zo vanzelfsprekend vinden! 

    En dat is het natuurlijk niet, onze kring en zelfvertrouwen groeien hier nog elke dag. De volgende driehonderdvijfenzestig dagen worden ongetwijfeld ook nog bijzonder (en) uitdagend. Maar so far, so good.  


    Edit: De volgende dag maakt ook de school de balans op. Tijdens de portfoliogesprekken worden de kinderen geprezen om hun vooruitgang op alle vlak. Engels en goed in het vel, wiskunde en vriendjes maken. Als ik denk aan nog geen driehonderdvijfenzestig dagen geleden, dan is de evolutie inderdaad ongelooflijk en valt de balans ontzettend positief uit. 
      

    zondag 2 juni 2019

    Een rietje was oorspronkelijk echt

    Lees eerst dit, over het gi-gan-tisch probleem van plastic afval in Vietnam. En dan nu mijn bekentenis. Ik heb het soms moeilijk met die focus.

    Natuurlijk moeten we single use plastic vermijden. En als het niet anders kan, moet het netjes opgehaald en gerecycleerd. Het is absoluut hoera dat Vietnam op dat vlak een paar voortrekkers heeft.

    Meestal buitenlanders, af en toe (en gelukkig steeds vaker) hippe, jonge Vietnamese ondernemers. Dankzij hen zijn hier ecoboerderijen, afvalvrije winkels (mijn buurvrouw!), duurzame doe-, ruil- en ontmoetingsplaatsen, groene groentewinkels annex dierenasielen en laboratoria die met plastic experimenteren.

    Het zijn plekken die herbruikbare rietjes verkopen. In alle maten en materialen. Siliconen, glas, metaal of bamboe. Juist omdat het daar een beetje wringt, wil ik over die rietjes eerst even uitweiden.




    Ik heb zelf altijd vier metalen rietjes bij, ze klingelen in mijn handtas. Als ik het niet vergeet, het zinnetje is nog lang geen automatisme geworden, bestel ik mijn drankje zonder plastic rietje. No sugar, please. And no plastic straw. Không đường. Không có ống hút nhựa.

    Als de bediening het niet vergeet door te zeggen aan de keuken en de keuken het niet vergeet niet in mijn glas te stoppen, zij hebben immers ook zo hun automatismen, dan krijg ik een drankje zonder. Goede bedoelingen zijn er dus wel, mijn handtas klingelt vrolijk, maar in de praktijk komt er zelden iets van terecht.

    Daarom pakken de Earth Ambassadors van Green Shoots, een clubje gemotiveerde groene jongeren op de internationale school, het anders aan. Ze proberen cafés en restaurants te motiveren om geen plastic rietjes meer te gebruiken. Een campagne bij de bron, dat werkt.


    Vaak voert Allerliefste ook campagne. Als ze tijdens het afruimen vragen of het lekker was, zegt hij 'ja, maar zonder rietjes zou het nog lekkerder zijn.' Echt waar, de volgende keer drinken we daar uit een bamboe exemplaar.

    Het rietje dat voor het milieu waarschijnlijk nog het vriendelijkst is. Bamboe is herbruikbaar én natuurlijk afbreekbaar. Vandaar dat we zulke rietjes ook naar België hebben meegenomen. Eigen naam en lokale lampionnen in het bamboe gebrand, een beter cadeau vonden we niet meteen.

    Geef Tâm uw briefje met namen en zij brandt ze in bamboe 

    Misschien dat alleen rietjes van wild gras (of limoengras) het nog beter doen dan bamboe. Als ik er zo eentje in mijn glas krijg, moet ik denken aan het feit dat wij een rietje, thuis in Gent, vroeger een strootje noemden. We hadden er van plastic die niet wegwerp waren. Met een krul erin. Je moest eerst heel hard zuigen, pas dan kon je de chocomelk overkop zien gaan.

    Het waren de strootjes voor zondagochtend. Tijdens de week geen strootje, geen rietje. Pas toen ik hier in Vietnam een holle grasstengel in mijn glas kreeg, had ik het door. Daar komen die woorden natuurlijk vandaan! Vroeger dronken mensen door een holle rietstengel of een lange strohalm.

    Het is dat ik in Vietnam een buitenlandse ben en veel tijd heb om over duurzame rietjes na te denken. Idem voor de kinderen, de school laat geen gelegenheid voorbij gaan zonder de wegwerp variant te verdoemen. One straw at the time moeten de leerlingen van de internationale school hier de wereld redden.

    Het is daar dat het een beetje wringt. We moeten de rietjes blijven oprapen, zegt deze zwerfvuilraper, maar tegelijk nog méér proberen doen. Want rietjes zijn maar een fractie van het plastic afval. En plastic afval is maar één aspect van de milieu crisis.

    Voor buitenlanders die hier niet verder kijken dan hun rietje lang is, en ook voor de internationale school, lijkt het mij goed om te beseffen dat wij meer vervuilen dan de doorsnee Vietnamees. De doorsnee Vietnamees die elke aankoop inderdaad in een apart plastic zakje steekt en zijn afval gewoon op straat of strand gooit.

    Wij, buitenlanders, hebben misschien herbruikbare rietjes, boodschappentassen en drinkflessen, maar ook meer kleren, elektronica en spullen tout court. We nemen misschien minder vaak de brommer, en sommigen consequent de fiets, maar wel heel vaak een taxi. We gooien geen afval op straat, maar laten met z'n allen de airconditioning zoveel harder draaien. We zijn met een paar vegetariërs, maar eten doorgaans meer vlees dan op het gewone Vietnamese menu staat. En we vliegen vaker en verder.

    Dan vind ik soms dat we over die plastic rietjes van de Vietnamezen niet onnozel moeten doen. 
       

    zaterdag 1 juni 2019

    Mei nikske platsticvrij

    Akkoord, we zijn begin juni, maar dat maakt geen verschil. Geen enkele maand is hier plasticvrij. Voor elke boodschap een plastic tas, een gemiddeld huishouden gebruikt er vier per dag. Daarnaast ook nog wegwerp waterflesjes en plastic rietjes.

    Samen met China, Thailand, Indonesië en de Filipijnen is Vietnam een van de grootste plastic vervuilers ter wereld. Jaarlijks gaat hier zo'n 28 tot 73 miljoen ton plastic, oftewel 6 procent van het wereldwijde volume, op de landfill en in de zee. (Cijfers.)

    We zien de gevolgen elke dag en doen daarom regelmatig mee aan een opruimactie. Die van een paar maanden geleden, met haar klas, was de meeste indrukwekkende.




    Omdat het niet zomaar wat afval verzamelen was. Onder leiding van Ever Green Labs moesten we dat afval ook sorteren. En was het totaalvolume al deprimerend indrukwekkend, dan werd het nog indrukwekkender, en deprimerender, toen we soort per soort bij elkaar zagen liggen.




    Goed, op de foto zien we er ook wel blij uit. Want trots op wat we in minder dan een uur verzameld hebben. Zoveel om te recycleren! Tot de mensen van Ever Green Labs uitleggen wat dat betekent. Om te recycleren heb je zuiver plastic nodig. 

    De wikkel van een ijsje alleen al bestaat uit gemiddeld zeven lagen! Bovenop de aluminium folio die de verpakking waterdicht moet maken, ligt nog een laag waardoor het ijs niet naar aluminium smaakt. Over de laag waarop het logo gedrukt wordt, nog een laag waardoor de inkt niet afgaat. Enzovoort.

    Er is hard plastic en zacht plastic. Gekleurd en niet gekleurd. Een slipper bestaat uit schuimplastic en ander plastic. Van een waterflesje kun je de dop makkelijk afschroeven, maar dan zit die plastic ring er nog steeds rond. Een aansteker heeft binnenin een zacht plastic buisje, een gekleurd omhulsel en bovenaan nog hard zwart plastic. (En een ijzeren wieltje.)

    Elke soort vraagt om andere verwerking. De meeste plastic producten zijn alles behalve geschikt om te recycleren. Het strand opkuisen is een goed begin, maar daar mag het niet bij blijven. 








    En dan heb ik U de hoop plastic flessen nog niet getoond, de doorzichtige en de gekleurde. Indrukwekkend, zo veel afval. We laten het strand gedeprimeerd en nog lang niet proper achter en brengen onze verzameling naar het eigenlijke labo van Ever Green Labs.

    Dat bezoek beurt ons een beetje op. Van nauwkeurig gesorteerd plastic maakt het labo nieuwe materialen. En niet alleen fruitschalen, linialen en sleutelhangers die de wereldwinkel zou kunnen verkopen. Ze blijven experimenteren, hersmelten het plastic ondertussen tot volwaardig bouwmateriaal. Stevige buizen waarmee je stellingen kunt bouwen en stenen van isomo. Piepschuim producten hebben een hoge isolatiewaarde voor temperatuur en geluid, ideaal voor niet dragende tussenmuren.

    Op het dak gooien we het plastic in de juiste afvalkoker. Beneden in de container wordt elke soort tot een nieuw product gesmolten 



    Volgens het Groene Labo moet de hele wereld dringend aan de R van Re-duce, Re-use, Re-cycle. En in tweede instantie aan de R van Re-form.

    Als U ooit naar plastic Azië zou reizen, dan kunt U alvast iets doen met die eerste twee R-en. Neem in uw bagage een regenjas mee, dan hoeft U hier geen kleurrijk flutgeval te kopen. Pak ook een herbruikbare boodschappentas in. Zo weinig als zo'n linnen ding weegt, zo veel zakjes kunt U hier uitsparen.

    Plastic per plastic, zo zullen we moeten werken aan de R van Red-onze-planeet.