Op de 23ste van de laatste maand van het maanjaar vieren Vietnamezen Tết
Táo Quân, oftewel hun keukengoden. Drie zijn er, en hun verhaal leest als de betere telenovela.
Vandaag trekken de keukengoden (samen de Ông Táo of de Táo
Quân) hemelopwaarts om verslag te gaan uitbrengen aan de Keizer van Jade. Weken van tevoren proberen Vietnamezen hun schulden af te betalen en brengen ze hun huis op orde. Vandaag zetten ze op het huisaltaar een kom water met een grote gouden karper. In nabijgelegen rivieren en meren worden kleinere vissen vrijgelaten.
Misschien dat die traditie in kleinere dorpen nog volop leeft, hier in Hoi An zijn het vooral papieren vissen en kleine gouden bootjes die de goden hemelopwaarts moeten brengen. Wel wordt er volop geofferd.
Ook in onze tuin een tafeltje met rijstkoeken, rijstwijn, papiergoud en -geld, kip, snoep, bloemen, sigaretten. Een een kommetje rijst met drie lepels. Wees genadig, keukengoden. Geef ons alstublieft tien op tien en voorspoed in het nieuwe jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten