maandag 30 maart 2020

Corona-klassen

Met veel aandacht volg ik de krijtbordschema's van vrienden en familie op sociale media. Hoe mooi en ambitieus die dagindeling, die weekplanning! 'Wacht maar tot ze in week 9 zitten,' zei een medemoeder hier. 

Met iets minder aandacht volg ik de debatten over scholen gesloten houden of niet. In Vietnam geen argumenten voor of tegen. Geen gegoochel met groepsimmuniteit en gezondheid. Geen aandacht voor kwetsbare groepen en de druk op veel families. Geen enkele verwijzing naar het recht op onderwijs, spel en sociaal contact.

Hier blijven de scholen hoogst waarschijnlijk tot het einde van het schooljaar gesloten. Het past in de strijd van Vietnam tegen het virus, en daarmee uit.

(En ergens zie ik de logica wel.   

Ten eerste wonen veel Vietnamese grootouders bij de kinderen en kleinkinderen in. Groepsimmuniteit voor de jongste groep betekent enorme risico's voor de oudste groep. En dus voor de algemene volksgezondheid, omdat de ziekenhuizen hier heel snel overbelast zouden raken.

Ten tweede neemt van-en-naar-school ongeveer 30% van alle verplaatsingen in. Het is één van de redenen waarom de Vietnamese scholen op stormdagen sluiten: een derde minder verkeer op de baan, betekent een derde minder mogelijke ongevallen. In Coronatijden betekent de scholensluiting voor veel volwassenen dus ook minder contact, en bijgevolg zoveel minder besmettingsgevaar voor uiteindelijk iedereen.)

Ik weet niet hoe Corona in Europa verder zal evalueren, maar hier gaan we zeker nog een tijdje door met afstandsonderwijs. En stel dat het ook in België langer duurt, dan wordt het misschien wel tijd om onze ervaringen te delen.

Ik heb tips voor leerkrachten / ouders / kinderen. Ik besef dat U niet alles zomaar kunt overnemen, de richtlijnen verschillen voor België en Vietnam. Maar hier en daar zijn misschien wel aanpassingen mogelijk. Of U kunt één en ander in uw achterhoofd houden voor wanneer er een versoepeling komt.



VOOR DE SCHOOL | DIRECTIES & LEERKRACHTEN

De internationale school heeft er zes weken van trial and error opzitten. Pas de laatste twee weken hebben we een werkbaar ritme gevonden. (Er worden nog steeds verbeteringen aangebracht, en aanpassingen aan de jaarkalender, maar die zijn gelukkig minimaal.)

Dat komt deels omdat er geen duidelijkheid was rond de datum dat scholen terug konden opengaan. Ze zouden eerst één week gesloten blijven, dan nog een week. Toen kregen we zondagavond bericht dat het nog twee weken langer zou duren. Enzovoort.

'Geen school' is voor de meeste kinderen en families een enorme aanpassing. Elke tussentijdse verandering maakt het extra moeilijk. Net wanneer kinderen, ouders én leerkrachten ritme en routine vinden, worden die weer omgegooid. Vermoeiend! Iedereen heeft baat bij een aanpak die van begin tot eind doorgetrokken kan worden.

Als ik schoolteams alvast één advies mag geven: gebruik de Paasvakantie (sorry...) om een systeem op te zetten dat, indien nodig, nog wéken kan werken. Eén waarmee leerlingen niet alleen herhalen, maar ook nieuwe leerstof krijgen. Want dat zal op den duur wel aan de orde zijn.

Ik kan niet vertellen hoe dat systeem er precies moet uitzien. Ik deel alleen wat nu, hier, voor ons werkt. (Daar gingen talloze teamvergaderingen aan vooraf, en verschillende online consultatierondes met de ouders.)

Context? Twee kinderen. Jana is 12, Lukas bijna 10. Eentje in het secundair, eentje in het lager onderwijs. Op een (kleine!) internationale school, waar kinderen uit het middelbaar sowieso al verplicht waren om een eigen computer te hebben.

Voor jongere kinderen is het anders. Misschien zelfs lastiger. Maar ook voor hen... Maak meteen onderscheid tussen 'nice to know' en 'need to know'.

Ik hou erg veel van geschiedenis, maar laat ons eerlijk zijn: als je de periode van de Grieken en Romeinen gemist hebt, kun je nog altijd van alles opsteken over de Middeleeuwen of de Tweede Wereldoorlog. Mijn jongste is erg geïnteresseerd in aardrijkskunde, maar ook daar: als je de hoofdsteden niet kent, kun je later nog over rivieren leren. Mijn oudste is artistiek aangelegd en heeft een fantastische kunstleerkracht op de internationale school, maar daar kan ze volgend jaar ook nog wel mee verder.

Ik hou minder van Wiskunde, maar helaas... Als je geen sommen kunt, kun je later ook geen maaltafels. En dan kun je geen breuken vereenvoudigen, geen vergelijkingen oplossen, geen statistieken interpreteren. Dat vak bouwt nu eenmaal verder op voorgaande kennis.

Idem voor talen.

Biologie? Fysica? Chemie? De tabel van Mendeljev komt misschien nog terug, die basis moet je waarschijnlijk meekrijgen. Het darmstelsel van het konijn niet, da's een losstaand hoofdstuk waar je - tenzij je dierenarts wordt - nooit meer naar moet teruggrijpen.

Focus in afstandsonderwijs op de leerstof die kinderen moéten kennen / kunnen om het volgende schooljaar te starten. Need to know zijn niet per se de dingen die kinderen in het echte leven vooruit helpen. Het is de leerstof waar op het einde op getest wordt, vaak vrij technische materie.

Hoewel ik zeker weet dat leerkrachten ook die materie boeiend en aanschouwend kunnen maken. Zelfs op afstand.

 In Lukas' klas kreeg elke leerling een pakket met geometrische vormen. Het puzzelen was een inleiding op breuken. Een week later zitten ze al aan vereenvoudigen, volgende week grootste gemene deler en kleinste algemeen veelvoud. Need to know kan ook leuk aangepakt worden 

Nooit gedacht dat ik dit zou schrijven! Ik ben namelijk absoluut vóór zo breed mogelijk onderwijs. Geef mij kringgesprekken en projecten in de basisschool. En daarna dode talen, drama, geschiedenis, esthetica, filosofie, muziek en sociale wetenschappen.

Alleen in tijden van crisis denk ik: nu even focussen op wat kinderen volgend schooljaar nodig hebben. Het hele pakket blijven aanbieden alsof kinderen wel nog naar school gaan, dat is nu eenmaal onmogelijk. Volgend schooljaar, in de klas, kunnen kinderen weer al die andere boeiende dingen leren. En verder ontdekken waar hun passie ligt.

Nice to know kun je dezer dagen als surplus aanbieden. Leerlingen die na de het verplichte lessenpakket (de basisleerstof, de need to know in functie van volgend jaar) nog tijd en energie hebben, kunnen dan daarmee aan de slag.

Mijn kinderen doen dat. Omdat ze in tijden van thuisverveling toch graag bezig willen blijven, en omdat het uiteindelijk ook wel boeiend blijkt te zijn. Maar het feit dat het 'niet moet', geeft zo veel ademruimte. (En - héél belangrijk! - ook zo veel minder discussie aan onze keukentafel.)

Nice to know is goed voor de mentale gezondheid. Het is leuk om boeiende dingen te leren, kinderen doen dat graag. Dus zeker het overwegen waard om toch aan te bieden. Maak het gewoon niet verplicht, dat doet de positieve effecten teniet. Nice to know is alleen maar fijn nu als het geen extra druk oplevert.

Lukas' art teacher gaat ook online. In de namiddag, wanneer alle need to know gebeurd is. De opdracht voor deze nice to know? Fauvistish portret

Waarom ik maar blijf doorgaan op dat need versus nice to know? Lukas kon een paar weken lang niet slapen, de nacht eindigde bijna altijd met een beddenruil. Sinds de schooldruk thuis naar beneden gehaald is en hij overdag ook gewoon kan spelen, zijn ook de nachtmerries over Corona fel geminderd. 

In het begin kreeg Jana vijf uur online les per dag. Vijf keer 60 minuten! Dat is heel veel schermtijd. Niet vol te houden, en ook niet zo gezond. Nu de school focust op Engels, Wetenschappen, Wiskunde en Frans, krijgt ze enkel in de voormiddag online les.

Volg een vast lessenrooster! Beperk dat rooster tot de voormiddag en bouw ook een korte pauze in. Jana heeft 20 minuten tijd om iets te drinken, te gaan plassen, onder elkaar te chatten. Sinds het lessenrooster van de kinderen niet meer verandert, vinden we hier ein-de-lijk ons ritme.

Dagelijks drie lesblokken voor mijn student in secondary. De namiddag is voor huiswerk en studeren. (Plus activiteiten die onder nice to know vallen. Of eigen tijd. Vrij spel.) En lesvoorbereiding!

Werk omgekeerd. Jana moet haar lessen van de volgende dag voorbereiden. Dan deelt de wiskundeleerkracht bijvoorbeeld een instructiefilmpje over hoe je de onbekende X vindt. (Dat werkt misschien beter in een internationale school, er bestaat ontzettend veel Engelstalig materiaal.) De leerkracht gebruikt de online lestijd dan om te checken of leerlingen alles begrepen hebben, om vragen te beantwoorden en nog iets te verduidelijken, om samen voorbeeldoefeningen te maken.

Ook de leerkracht van Lukas pakt dat zo aan. Voor Engels kijken de leerlingen eerst naar een filmpje over similes, in de online les komen dan nog meer voorbeelden en oefeningen.

Lukas krijgt in de lagere school per dag maar '45 minuten online les. Van de 'gespecialiseerde' leerkrachten krijgt hij wekelijks ook nog kunst (optioneel, nice to know), 45 minuten Frans (in zijn geval hem: need to know) en 45 minuten Wetenschappen.

Voor lagere schoolkinderen is het hier: hoe jonger, hoe minder online lestijd. Dat heeft allerlei redenen.

1) Techniek. De leerlingen uit het secundair gebruiken hier de laptop die ze sowieso voor de internationale school moesten aankopen. Leerlingen in het basisonderwijs hebben geen eigen computer. Ouders kunnen hun toestel niet de hele dag aan hun kinderen uitlenen, die moeten ook werken. Bovendien zijn er gezinnen met drie kinderen in de lagere school, allemaal van een verschillende leeftijd.

Dus is het lessenrooster voor de kleuters en de lagere school zodanig opgesteld dat geen broertjes of zusjes tegelijk moeten inloggen. Wat de school aan tabletten en computers kon uitlenen, hebben ze ook uitgeleend.

2) Sociale dynamiek. Mijn kinderen vinden het héél leuk dat ze elke dag hun klasgenootjes kunnen zien. Voor de lagere school zijn alleen al daarom die online groepslessen erg nuttig. Maar omdat het ook niet altijd veel meer is dan dat, moeten ze ook niet té lang duren.

Jana en Lukas loggen vaak iets vroeger in (en iets later uit). Het is alsof ze op de online gang of speelplaats blijven hangen. Nog even babbelen met klasgenootjes, zwaaien naar de hond van iemand. Als er een mama of papa komt opdagen, zet ik me soms ook eens aan het scherm.

Verder kunnen Jana en Lukas zich elke week inschrijven voor een individueel gesprek met de leerkracht. De eerste weken gingen die online one-to-one talks vooral over hun moraal. Hoe langer het afstandsleren duurt, hoe vaker de kinderen die individuele momenten gebruiken om nog wat extra uitleg te vragen. 

Behalve haar klastitularis kan Jana wekelijks ook nog even de leerkracht Wiskunde-Wetenschappen spreken. Dat kwartiertje helpt haar vaak enorm vooruit. Online levert individuele leertijd vaak meer op.

3) Didactiek. Hoe jonger de kinderen, hoe moeilijker het online leren. Zeker in groep. Er is nogal wat discipline nodig om niet door elkaar te praten, je aandacht bij het scherm te houden, enzovoort.

Die online sessies kunnen dus sowieso niet eindeloos lang doorgaan.

Voor (veel) héél jonge kinderen staat scherm trouwens gelijk aan entertainment. Filmpjes, spelletjes. Dagen dat kinderen thuis opgesloten zijn, zitten ze al iets vaker op dat scherm. Nog een reden om de scherm-schooltijd niet te lang te maken.

Voor ontspanning neemt Lukas het scherm mee naar de zetel, voor de school komt hij met het scherm aan tafel komen zitten. Jana gebruikt in het slaapkamer bed / bureau. Dat onderscheid helpt.

Beter nog is het als de kinderen, en al zeker voor de basisschool, op papier kunnen werken.

De tientallen e-mails die ik de eerste weken dagelijks kreeg, nemen eindelijk af. Ik kan nu elke vrijdag aan de ingang van de school voor elk kind een pakket ophalen waarin het meeste werk voor de komende week netjes gebundeld zit.

Voor Lukas zijn de werkbladen voor maandag, dinsdag, woensdag per dag proper aan elkaar geniet. Voor donderdag en vrijdag zijn er meestal geen werkbladen meer (wel online lessen). Lukas gebruikt die dagen om in te halen, af te werken wat nog niet klaar was.

Ik ben blij dat de hoofdmoot in de eerste helft van de week ligt, tegen dat we bijna weer de wanhoop nabij zijn, wordt de werkdruk minder en komt het weekend in zicht.

Jana's gehalveerde lessenrooster verandert niet meer. In Lukas' pakket zit telkens ook een weekschema. Dat detail is een enorme verbetering. Zo'n overzicht geeft in Corona-tijden toch iets van houvast. Lukas weet tenminste wat alvast de komende week op hem afkomt.

Dat het op papier staat helpt ook. We hebben thuis geen printer en ik wou niet telkens op het scherm gaan kijken (het gedoe, de afleiding), maar overschrijven vroeg telkens ook wel wat werk... Met het papieren schema kan Lukas nu (iets) zelfstandiger aan het werk.

Zelfs als de school niets kan meegeven, maak dan - voor wie thuis kan afdrukken - zoveel mogelijk printbaar. Want echt waar, voor lagere schoolkinderen werkt papier zo veel beter dan scherm.  


Ouders uit de buurt kunnen het pakket voor hun kind(eren) aan de ingang van de school ophalen. De schoolbus brengt werkmateriaal naar de gezinnen verder weg: maandagochtend uitdelen, vrijdagnamiddag weer verzamelen. Gebeurt mét maskers, materialen worden ook telkens ontsmet.
De jongere kinderen krijgen soms hele dozen. Daarin knutselgerief, speelgoed en bibliotheekboeken. Lukas kreeg behalve geometrische puzzels ook al grote vellen tekenpapier en een assortiment verf. Voor Jana haalde ik vorige week materiaal op voor een doe-het-zelf vlieger. Lief briefje erbij...

(Ja, ik realiseer me dat de omstandigheden en richtlijnen voor een kleine internationale school in Vietnam anders zijn. 

Ik weet dat het in Belgische klassen niet voor alle kinderen evident is om online te gaan. Ik lees de artikels waarin aandacht gevraagd wordt voor maatschappelijk kwetsbare families. Kinderen (en ouders) die het onder deze omstandigheden dubbel zo zwaar hebben en die nu nog meer dan anders het risico lopen op een niet meer in te halen achterstand. 

Moet je de online klassen afschaffen, als niet iedereen kan deelnemen? Ik weet daar geen antwoord op. Zijn er andere mogelijkheden? Telefoneren in plaats van mailen? Leerlingen in de noodopvang ondersteunen? Papier en ander werkmateriaal aan huis brengen? Individueel proberen opvolgen? 

Ik weet ook niet of ouders materiaal mogen ophalen, of de school zelf wat materiaal mag verdelen, of dat onder 'essentiële verplaatsing' zou kunnen vallen. Ik geef gewoon mee wat we hier met vallen en opstaan geleerd hebben...)

Deel de leerdoelstelling met ouders. Natuurlijk niet in onderwijskundige termen. Ik bedoel: vertel ouders waar de opdracht over gaat. Wat moet hun kind hieruit leren? 

Draait de oefening om gericht luisteren of begrijpend lezen, dan is het misschien niet zo erg dat het kind de antwoorden gewoon vertelt. De oplossing kan evengoed mondeling ingesproken worden. (Audiobestand doorsturen.) Of snel even door een ouder uitgetypt.

Als de oefening over spelling gaat, dan is het waarschijnlijk wél belangrijk dat het kind zelf de antwoorden neerschrijft. Op de computer of op papier. (Foto trekken en doorsturen.)

Een (jong) kind dat voor àlle vakken vinger voor vinger moet gaan tikken, raakt bijzonder snel gefrustreerd. Voor wat de leerling au fond moet leren, is dat typen niet altijd nodig. Bied waar mogelijk alternatieven aan. Want in deze vreemde en moeilijke tijden... Hoe minder frustratie, hoe beter voor iedereen.

Toch?


VOOR DE OUDERS

Oh neen, ik ga U niet zeggen dat kinderen best in een stille ruimte werken en dat een duidelijke dagstructuur houvast biedt. U weet dat allemaal wel al, het is nog iets heel anders om dat ook - en elke dag opnieuw! - in praktijk om te zetten.

Dear long suffering parents, zo begint menig nieuwsbrief van de internationale school. Er wordt hier veel met ouders overlegd, en dat is misschien wel mijn belangrijkste advies. Praat met de leerkracht(en)! 

Aan de telefoon vertelde ik een paar weken geleden hoe lang wij thuis over bepaalde dingen doen. Hoeveel energie zelfs de kleinste opdrachten kunnen vragen. Opdrachten die in een klassituatie rimpelloos zouden verlopen.

Neem nu de quote die Lukas aan zijn boekbespreking moest toevoegen. Slechts één onderdeel van de hele opdracht. 'Da's niet zomaar een citaat,' roept hij, 'maar een quote sandwich!' Begrijp ik er dan werkelijk niets van!?! Een slaande deur en twaalf minuten later hebben we aan de keukentafel uitgezocht hoe dat in elkaar zit. 'Zie je nu wel?! Zo veel werk!' Nog eens vijf minuten later heb ik in zijn schrift een oud voorbeeld gevonden dat precies wel meevalt. Als hij het af heeft, moet Lukas van mij dringend gaan spelen. Da's beter voor iedereen.

Ik lach samen met zijn juf om de scène, ze begrijpt nu beter dat de werkdruk te hoog ligt. Vraag de leerkracht om te focussen op need to know. Bent U (vaak nog in combinatie met uw eigen telewerk) eindelijk klaar met de discussie over d, t of dt, stompe en scherpe hoeken, mon-ton-son en de juiste manier om percentages te berekenen, dan wilt U niet ook nog eens zeuren dat ze iets moeten inkleuren of een gedicht van Paul Van Ostaijen moeten lezen.

Hoe mooi ook, die tekening of dat 'Boem! Paukeslag' is nice to know en het is nu niet het moment om daarover met uw kinderen te moeten vechten. Prenten en poëzie zijn voor de vrije tijd, als leerlingen daar thuis zin in hebben.

Als ze de opdracht niet begrijpen, zeg ik trouwens ook steeds vaker 'over naar de leerkracht'. Met mijn excuses aan het schoolteam, maar het heeft geen zin dat ik de dingen probeer uit te leggen. We maken te veel ruzie, ik doe het blijkbaar altijd verkeerd. 'Cijferen? There, their of they're? Grafieken tekenen? Hole versus whole? Vraag dat morgen nog maar eens online. Voor vandaag is het genoeg geweest.'

Zie hierboven, bij de aanpak voor scholen. Vraag de leerkracht om alternatieven. Typen kost de meeste kinderen ongelooflijk veel moeite. Misschien kan het antwoord ook een videoboodschap of zelfs gewoon een simpel telefoontje zijn. Of iets op papier, dat werkt vaak nog het beste.

Sinds het telefoontje met zijn juf is Lukas' weekschema veel haalbaarder. Bovenop Wiskunde, Spelling & Grammatica ook nog een familie interview, boekbespreking en presentatie over een historische gebeurtenis, dat was echt te veel.

En blijft het ook dan nog allemaal wat te veel, dan moet U de schouders maar ophalen. Dit is geen gemakkelijke periode. U doet wat U kunt, uw kind ook, en meer moet dat niet zijn. Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat, schreef mijn ex-collega daarover.

Wat als ze niet alles leren wat nu zou moeten? Kinderen die een paar weken ziek zijn, of tijdens het schooljaar zelfs een paar maanden op reis gaan, halen de leerstof doorgaans ook wel in. Bovendien zit iedereen nu in dezelfde situatie. Leerkrachten zullen - nog zeker tot volgend jaar - ook wel weten dat die van de Corona-generatie een beetje achterstand kunnen hebben.

Ze leren nu zo veel andere dingen! Flexibel aanpassen aan moeilijke omstandigheden. Andere leervormen. En meer tijd doorbrengen met broer(s)-zus(sen). Overeen komen. Allerlei vormen van solidariteit. En creativiteit. Hoe te balanceren tussen voorzichtig zijn en goed de maatregelen naleven, maar ook niet panikeren. Proberen verder leven en genieten van de kleine dingen. Er het beste van maken.

Dat staat allemaal niet in het leerplan, maar dat doen ze toch maar! Ik zeg hen dat ook, hoe trots ik op hen ben. These kids, they're all doing an amazing job! En U ook!

Persoonlijk? Wat mijn leven vaak iets makkelijker maakt... Hoorspelen! Luisterboeken! (Nu gratis, in het Engels.) En podcasts voor kinderen, als ze deze in het Engels en het Frans verstaan. Zonder de kinderen nog maar eens voor het scherm te zetten, koop ik hiermee toch een beetje tijd voor mezelf.

Na het middageten bijvoorbeeld. Dan liggen de kinderen op hun bed naar verhalen te luisteren. Een dutje met hun ogen open, en voor mij eentje met mijn ogen dicht.


VOOR DE KINDEREN 

Ja, je ouders zijn dom. Ze hebben dan misschien wel diploma-baan-huishouden, maar ze kunnen blijkbaar geen staartdeling oplossen! Of toch niet op de juiste manier. Het is bijna niet te geloven dat ze juist kunnen spellen, aangezien ze ook al niet weten wat signaalwoorden zijn. En ze hebben overal meningen over, maar kennen niet eens de vaste elementen van een boekbespreking! 

Wees toch maar lief voor hen. En denk hieraan: if you thought you hated homework as a child, trust me, you'll hate it more as a parent. Voor ouders is dit ook helemaal geen makkelijke periode, dus give them a break. (En help ze af en toe bij de afwas!)

Mijn kinderen hebben van de school een soort gedragscode gekregen voor online lessen. Niemand uit de les gooien, is er eentje. Maar ook: kleren aan, ontbeten hebben en achtergrondgeluiden bannen.

Studenten mogen dus niet in hun pyjama zitten eten achter het scherm. Huisdieren moeten uit de buurt blijven en muziek moet uit. Dat leek me eerst nogal streng, nu zie ik wel dat het helpt om structuur in de dag te krijgen. En om verschil te maken tussen week en weekend.

Beweeg! Om vier uur loggen wij in voor een uurtje spier- en conditietraining met de internationale school. (Als onderdeel van de nice to know.) Als ik niet ziek word, kom ik uit deze hele periode nog gezonder dan ooit. De directeur en nog een paar andere ouders doen ook mee, erg grappig. 

Als jouw sportleerkracht het niet organiseert, dan kun je online nog genoeg beweging vinden. Echt of gewoon voor het plezier. Je hebt ze waarschijnlijk zelf ook al gezien, de filmpjes over vuilba(s)ketbal, Tour de Salon, stoelvoetbal, kamerplantdansen.

Bewegen, goed voor het lijf en de kop. Jana trekt telkens ook haar turnuniform aan


TOT SLOT | NOG EEN VRAAG

Hoe examens af te nemen, als de leerlingen niet naar school kunnen? Online? Ouders vragen om thuis toezicht te houden? Over die kwestie buigt onze school zich alvast. Suggesties welkom!
                

2 opmerkingen:

  1. Amaai, ik zou zeggen goed bezig. Ik kreeg dit blogbericht van een ouder van onze school... we kunnen er uit leren... Zat normaal zaterdag als toerist in Vietnam maar dat zal dus niet lukken. Veel succes daar en ik stuur een aantal ideeën door naar mijn collega's...
    Vriendelijke Groet
    Karel Scherpereel, directeur OLVA De Meersen

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Karel Scherpereel, dank u wel! Ik bloos om de complimenten en dat het bericht zoveel gedeeld wordt. Ik weet zelf hét antwoord niet, ik wou alleen onze ervaring delen om de scholen misschien toch een kleine voorsprong te geven. Ik wens jullie veel succes en duim met de hele wereld dat deze vreemde tijd ook weer voorbij gaat! Hopelijk kun je dan nieuwe reisplannen naar Vietnam maken, ze zullen je hier met open armen ontvangen. Het toerisme zal het land weer moeten doen heropleven... Veel warme groeten, Ellen.

      Verwijderen