Maar over dat kamperen had ik nog niet geblogd. En omdat mijn grootmoe van vorig-week-95-geworden geen bezoek meer kan krijgen, maar wél een tablet heeft met een icoontje EL EN CO, wil ik terug meer persoonlijke berichten schrijven.
Hou U maar vast. Ik wil nog over onze week in Maleisië bloggen, over oud & nieuw in Thailand, over de voorbije zomer. Ik zet die berichten op de data van toen, maar waarschijnlijk zult U dus wel van alles door elkaar zien passeren.
En ik vraag de dochter of ik toch wat foto's mag plaatsen, zodat grootmoe ons kan lezen én zien. Ze kan het misschien zelfs aan grootva vertellen. Wie weet kan ze ons op een helder moment ook aan hem tonen. Hij kijkt graag naar natuurreportages op tv, en hier zijn de landschappen zo mooi.
Hoewel een scherm natuurlijk niet hetzelfde is. Allebei, maar hij zeker... Ze hebben knuffels en oogcontact nodig. Tegelijk zijn ze zo sterk, die generatie die de Tweede Wereldoorlog meegemaakt heeft. Zij zegt: we staan ervoor en we moeten erdoor. Over hun lippen geen enkele klacht!
*** Grootmoe, met ons gaat alles goed. We zijn gezond en voorzichtig, het is hier veilig. Ik denk heel, heel veel aan jou, aan jou en aan Grootva. ***
We gingen naar Bach Ma, een nationaal park op zo'n twee uur rijden van Hội An.
Het is mij nog steeds een raadsel waarom de Fransen per se tropische gebieden wilden koloniseren. De ambtenaren die in Saigon woonden, vluchtten naar de koele wouden van Sapa. Die van Đà Nẵng ruilden stad en strand zo vaak mogelijk voor de hoger gelegen bossen van Bach Ma.
Wisten ze dan niet dat het hier warm zou zijn? In de tot dan toe onontgonnen en inderdaad koelere bossen lieten de Franse families Franse villa's bouwen. Vandaag staan ze er vervallen bij. Verroeste smeedijzeren hekken, overwoekerde tuien, grote ramen die uitkijken op grote balkons en vergeelde foto's tonen de glorie van weleer.
De Franse gemeenschap organiseerde wedstrijden op de tennisbaan van de ene, luie namiddagen bij het zwembad van de andere, jachtpartijen waarbij beren en tijgers geschoten werden. Vietnamees personeel bracht meneer, mevrouw en de kinderen in een rieten draagstoel ter bestemming. Dat gebeurde ook wanneer de Fransen gewoon bij elkaar op bezoek gingen, ze wilden blijkbaar écht niet zweten.
Wij zweetten wel. De camping - geen eigen tent meebrengen, gelieve de vooropgezette tenten te gebruiken! - ligt aan een waterval waar natuurlijke zwembaden in gebouwd zijn. Er zijn trappen en duikplatforms, ligstoelen en rieten parasols.
Allerliefste en Jana en later ook Lukas zijn niet weg te slaan van de rots waar de waterval een natuurlijke glijbaan uitgesleten heeft. Ze halen bij de redder elk een plastic matje en slieren daarop naar beneden. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Om 18 uur en geen minuut eerder krijgen we onze tent toegewezen. We halen onze slaapzakken en opblaasbare matjes uit de koffer, het KUBB spel en een gitaar. Als je ervoor betaalt, dan steekt een opzichter het centrale kampvuur aan. Wij hebben zelfs een zak marshmallows mee, vast van plan om er een rustige en gezellige avond van te maken.
De andere, Vietnamese gezinnen die hun kinderen eens uit de sleur van thuis-scholing willen weghalen, hebben zo goed als geen bagage bij. Ze zullen op het blote plastic onderzeil van de binnentent slapen, onder een dun dekentje dat in de tent klaarligt. Eén van de Vietnamese vaders draagt een kleine draagbare box de tent in. Oh neen! Ze zijn toch geen karaoke van plan?
Opgelucht zien we een toezichter op de man en zijn hoogzwangere vrouw toestappen. Hij zegt iets en gesticuleert, ik hoop dat 'het niet mag'. Mijn opluchting is van korte duur, twee redders rollen nu zelf een grote box naar het grasveld voor onze tenten.
Eigenlijk kijken we er al niet meer van op. Waar meer Vietnamezen dan buitenlandse toeristen komen, gebeuren de dingen nu eenmaal collectief. Iedereen danst op te luide beats rond het centrale kampvuur. We lachen en halen onze schouders op. We weten al dat dit rond 21 uur weer voorbij is, en zie die kleuters plezier hebben.
Om 6 uur 40 lokt luide muziek me uit mijn tent. Lukas en ik waren sowieso al wakker en van plan om onze kop buiten te steken. Onze tent staat in de eerste linie en de zon warmt ons in geen tijd op. Bovendien is dit kamperen in een communistisch land. Alsof je op kamp gaat.
Het zou me niets verbazen als de bewakers het grasveld al van bierblikjes ontdaan hadden en ik daar nu de redders zou zien staan, voor een rondje ochtendgymnastiek. De tent van Allerliefste en Jana staat nog in de schaduw, zij komen er met slaperige oogjes uit.
Ik moet hen teleurstellen. Geen turnles, de muziek komt uit de tent met de kleine, draagbare box. 'Verdomme,' vloekt Allerliefste. 'Da's minder charmant.' En we besluiten dat we de tweede nacht opschorten. Het is nu vrijdagochtend - heel vroeg in de ochtend - en we zien een paar opzichters voor het weekend nog twintig extra tenten opzetten.
De dag is vroeg en dus nog lang. We kunnen tent leeghalen, ontbijten, zwemmen en dan nog een dagtocht in het nationaal park maken. 'Onze uitstap hebben we dan eigenlijk wel gehad. Nog zo'n nacht op de camping hoeven we niet meer.'
In het nationaal park proberen we verschillende korte wandelingen aan elkaar te rijgen. Picknicken doen we bij een tempel bovenop de berg. Tijdens de oorlog hadden de Amerikanen hier een helikopterbasis en voorpost met artillerie, nu staat er een vredesklok. Lukas bonkt de boomstam aan de ketting tegen de bel, het geluid slingert zich - bong, bong, bong - door de mist die rond de berg hangt.
Een paar kilometer lager stroomt een waterval van 300 meter. Boven moet je voor de veiligheid achter de rode lijn blijven staan die op de rotsen geschilderd is, je kunt het water niet zien vallen. We dalen de bemoste trappen af. Ze worden duidelijk zelden gebruikt. Er liggen bomen en de leuning is afgebroken. De treden brokkelen af, zijn onregelmatig, glad en stijl. Ik voel de spieren onder mijn huid trillen van de inspanning.
Beneden moeten we ons hoofd naar achter gooien om de waterval te kunnen zien. Zo hoog! Mijn camera heeft geen breedbeeld lens, ik krijg hem met moeite op de foto. Driehonderd meter naar boven klimmen gaat gelukkig een stuk vlotter. Morgen ben ik stijf, dat voel ik nu al.
Voor de tempel een beeld van de Godin met Duizend Handen, oftewel de Bodhisattva van Medeleven, Genade en Vriendelijkheid. Ik zag haar tot nu alleen maar in musea, nog nooit zomaar in het wild.
Er is nog een wandeling die langs de oude Franse villa's loopt, architectuur en natuur. Dat willen we met mijn schoonouders doen.
Op voorwaarde natuurlijk dat ze komende lente tot bij ons geraken. We houden er - we zijn dan eind februari - ernstig rekening mee dat hun bezoek misschien niet doorgaat. Ook al hadden de kinderen zich in Corona tijden graag extra laten verwennen, zelfs zij beseffen dat ze beter niet meer zo hard naar bezoek van de grootouders uitkijken.
Dat is maar één van de zovele aspecten van leven onder Corona maatregelen, we maken geen plannen meer. Een ander aspect is dat we meer dan ten volle genieten van alles wat wél nog kan.
Ook nu, wanneer ik dit bijna een maand later schrijf en de tweede golf besmettingen de maatregelen nog aangescherpt heeft, genieten we van elk moment dat we buiten kunnen komen. Vliegeren op de rijstvelden achter ons huis of wandelen op het strand: wat zeldzaam is, wordt waardevol.
*** Grootmoe, hieronder nog een foto van Jana. In haar zwemkleren op een standbeeld! Nadat we een paar Vietnamezen op dat stenen paard hadden zien kruipen, wou zij ook. Lukas is veel moeilijker vast te leggen. Die speelt en springt de hele tijd, ik doe mijn best om hem de volgende keer ook eens van dichtbij te trekken. ***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten