vrijdag 11 oktober 2019

De nationale moestuin

Courgetten verkoopt mijn groentenkraampje niet, daarvoor moet ik naar het centrum. Naar de grote markt, waar de toeristen komen.

De eerste keer dat ik daar vorig jaar de prijs hoorde, fronste ik. 'Zoveel? Ik ben geen toerist, ik woon hier. Geef me de lokale prijs!' Met uitroepteken, hier moet je overtuigd en overtuigend onderhandelen.  

Ze herhaalde hetzelfde getal en gesticuleerde 'Đà Lạt! Đà Lạt!' Sindsdien weet ik waarom sommige groenten duurder zijn. Ze komen met de vrachtwagen uit de provincie Lâm Đồng, Vietnam's nationale moestuin.

Daar in de bergen, 1500 meter boven de zeespiegel, heerst een heel ander klimaat en groeien groenten en bloemen die elders in Vietnam niet overleven. Er staan paarden en Europese koeien die, anders dan de Aziatische variant, melk kunnen geven voor boter, kaas en ... melk. Er groeien druiven waarvan ze - slechte - wijn maken.

Het is herfstvakantie en we gaan naar Đà Lạt, een stad midden in die moestuin. Vroeger kwamen de Franse kolonialen vanuit Saigon hier verfrissing zoeken, nu is het erg populair onder de Vietnamezen uit Ho Chi Minh City.

Ook wij kijken er naar uit om het eindelijk weer een beetje frisser te hebben. Misschien kunnen we een keer iets met lange mouwen aantrekken. Of wie weet als het 's nachts afkoelt voor de verandering eens onder iets slapen... Dat gevoel van geborgenheid, oh, dat wordt gezellig!

Vallei bij Đà Lạt. Door de oprukkende serres kan de enorme hoeveelheid regenwater niet meer snel genoeg in de bodem dringen. Hoewel de regering begint te beseffen dat hier ook een soort betonstop nodig is, worden voorlopig nog steeds serres bijgebouwd.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten