Die voorbereiding in hotel en kerk had natuurlijk alles te maken met de locatie. Ba Na Hills ligt 1400 meter boven de zeespiegel. Dat is per honderd meter één graad frisser dan op het zwoele zeeniveau en de reden waarom Franse kolonisten daar in het weekend heen trokken: lekker fris in het groen, met een prachtig zicht op de baai. 'Waarom zouden we dat na de uitbuiting niet zelf uitbaten?' moeten de Vietnamezen gedacht hebben.
Nu staat er dus een fake Frans dorp op die bergtop. Met een mini Notredame, een foute fontaine in het midden, boulangeries waar je geen brood kunt kopen, een piscine in plaats van een pool, cafés met koffie, een valse viennoiserie ...
De kabelbaan die erheen voert, is de langste ter wereld. Non-stop maar liefst 5,8 km lang. Het station waar je aankomt heet Gare de Paris, of wat had U gedacht. Vietnamezen zijn dol op dit soort amusement, dat trouwens door dezelfde groep beheerd wordt. Per uur 7000 bezoekers, elke dag. Sinds die Gouden Brug misschien nog meer.
'Als we om 8 uur 's morgens boven willen zijn, moeten we vóór 6 uur uit huis vertrekken,' berekende Allerliefste. 'Dan kunnen we er beter een weekend van maken en de dag tevoren gaan.' Ik nam een pilletje tegen hoogteziekte en pakte dikke truien in.
'Verdwaalde architectuur,' reageerde mijn vader op een foto vanuit onze hotelkamer. 'Misplaatste architectuur,' typte ik terug. Ik deed eerst nogal neerbuigend, kreeg daarna een onverklaarbare en onweerstaanbare drang naar crêpes. Hoe namaak ook, de sfeer werkt duidelijk wel en ik begon er de charme van te zien.
Kan iets pas mooi zijn als het echt is? Telt het niet als het namaak is? En wat is echt en nep? Ook in dit valse decor zag ik echte dingen gebeuren. Koppeltjes die foto's trekken in le jardin d'amour: even romantisch als in het echte Parijs. Het personeel dat 's ochtends een boeddhistisch altaar schikt in het portaal van de valse kerk: voor zichzelf, er waren geen bezoekers.
Ook voor mezelf kan namaak op een manier heel echt zijn. Want wat te denken van de theehuizen, de klokkentoren, de pagodes die ze op de hoogste top gebouwd hebben? Nagebouwd? Die plek vonden wij dan weer mooi. Ik trok er massa's foto's, maar de Aziatische bezoekers veel minder. Zij brandden wierookstokjes en offeren geld. Voor echt.
Nep of echt, het was daar mooi. En leuk, zelfs om het koud te hebben. Lukas was zo gelukkig dat hij nog eens onder een echt dekbed kon slapen, in een pyjama met een lange broek. En ik vond het heerlijk om hen in hun truien te knuffelen. Ik wreef over hun zachte rug in de lokale kabelbaan, in de funicular, in nog een kabelbaan en op de Golden Bridge.
Er is veel te doen over die nieuwste attractie op Ba Na: door het Amerikaanse TIME Magazine meteen opgenomen in de top 100 van spraakmakende en innovatieve bestemmingen in de wereld. Een fietspad in Bokrijk staat ook in de lijst. Cầu Vàng heet de brug in het Vietnamees, letterlijk: brug van goud. Klinkt en blinkt mooi, maar het spectaculairste is toch wel dat stenen handen de brug ondersteunen. En het zicht dat je vanaf de brug hebt.
Natuurlijk trekt bijna niemand een foto van het panorama, iedereen poseert voor die fameuze handen. Aziaten hebben een sterke beeldcultuur: galant en gedisciplineerd laten ze ruimte vrij voor wie alleen met zo'n gigantische hand op de foto wil, alsof er geen honderden anderen rondlopen. Daarna is het aan de volgende om te poseren zonder vreemd volk op de achtergrond.
Ik hield me klaar voor het moment dat die van mij alleen bij de stenen vingers stonden. 'Kijk eens!' moest ik toen vragen. Toen ze allemaal zover waren, stonden er alweer anderen te poseren. We worden waarschijnlijk nooit zo goed als de Aziaten. Te veel onszelf. Te echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten