Dagenlang zit ik nu al met dat lied in mijn hoofd. Dat komt ervan, al dat aftellen! 'Hiep hiep hoera, er geeft er een feestje. Dat is geen wonder want er wordt er eentje acht.' En wat voor feest!
Zo één keer per jaar hou ik wel van uitgebreid kinderbezoek, als de ouders hun nakomeling droppen met 'veel succes'. Want net in groep zie je de dynamiek die anders is dan wanneer één of twee speelvriendjes komen. Ik zie hoe spannend ze het allemaal vinden als Lukas hun cadeautjes opendoet. (En wat goed! Ofwel op te gebruiken, ofwel piepklein. Perfect.) Ik zie wat ze allemaal grappig vinden: vuile mopjes met pipi en kaka blijven scoren. (Ik vertel het liever niet na.) Wat ze allemaal spannend vinden, tijdens de avondfilm. (En triestig. En schattig.) Daarna is niemand moe, maar vallen ze toch allemaal snel in slaap. (Na het fezelen en giechelen, natuurlijk.) 's Morgens worden ze allemaal veel te vroeg wakker. (Zelfs mijn feestvarken / slaapkampioen.) En maken ze zich tenslotte allemaal even vuil. (Ook de kinderen die liever rustig een gezelschapsspelletjes speelden. Op den duur was iedereen bezig met water en aarde, om in het park een eindmeet van modder te maken. Eensgezind plezier alweer, bij elke fietser die erover reed.)
Halen de ouders hun kroost weer op met 'hoe was het', dan antwoord ik naar eer en geweten. Zo schoon, die troep kinderen.
Schoon ook, het feest met de grootouders, de meter/peter. Als je acht bent en een hooggeachte, dan mag het feest in stijl. Met zijn gouden kroon op voeren we hem (en de picknick) als een echte kasteelheer naar het Gravensteen.
Achter de kantelen kun je aanmeren, het is een van die plekken die Gent goed geheim weet te houden. Daar, rustig in het groen, tussen een paar ganzen en een standbeeld, pakte hij zijn cadeau's uit. Een e-reader waarvoor hij ook nog eens veel e-boeken kreeg: perfect, nu kan er in de bagage een hele bibliotheek mee. Een stafkaart van de provincies Da Nang, Thua Tien-Hue en Quang Nam. Een bon voor nog een laatste frietkotentest in Gent.
Hij klonk met iedereen, blies acht kaarsen uit, picknickte in de zon en voer heen en weer naar de treurwilg aan het Rabot. Iedereen mocht hem in de kano door het water laten glijden. Met zijn gouden kroon op zijn hoofd en het Gravensteen op de achtergrond werd hij echt wel een beetje de Zeer Hooggeachte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten