donderdag 30 april 2015

Ziekenboeg

Negenendertig drie. 'Jij bent mijn heet kooltje,' zei ik.
En hij kroop met zijn gloeiend lijfje nog wat dichter tegen mij.

Achtendertig vijf. 'Ik heb zo koud vanbinnen,' zei ze.
En ik legde een extra dekbed op haar rillend lijfje.

Achtendertig vijf. 'Al mijn gewrichten doen pijn,' zei hij.
En ik kon niet meer doen dan met mijn hand door zijn haar gaan.

Achtendertig drie. 'Dat is nu al dagen aan een stuk,' zei ik.
De dokter vond het niet normaal.
Toen ik eindelijk een paardenmiddel kreeg had ik de anderen in huis al allemaal besmet.




Het kan zijn dat U ons gemist heeft. We lagen in bed of in de zetel.
Wie heeft er nu ook griep in de lente?

Nu krabbelen we terug recht.
Langzaam, want wij zijn hier allemaal nog héél erg moe.
Langzaam, maar zeker.

4 opmerkingen:

  1. Ziek zijn is niet leuk. Hopelijk kan hij snel weer gaan spelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En samen met de kindjes kunnen ook de mama's zich dan ellendig voelen, omdat je soms zo weinig kan doen...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Oh, dank je wel, wat een lieve reacties allemaal! We zijn ondertussen allemaal weer beter - de dochter gaat vandaag terug naar school. Maar we zijn vooral zo moe, zo moe. Ik verschiet een beetje hoe lang dat in het lijf blijft hangen...

    BeantwoordenVerwijderen