In het Noorden van Thailand werden traditioneel olifanten ingezet voor het rooien van bomen. Goed dat de koning dat sinds een paar jaar verboden heeft, zowel voor het behoud van het woud als het welzijn van de dieren. Maar die moesten natuurlijk ergens naartoe. Rond Chang Mai ontstonden honderden sanctuaries, oftewel tehuizen waar gepensioneerde olifanten terecht kunnen.
Als toerist kun je zo'n olifantenasiel bezoeken. De brochures schreeuwen 'no riding, no chain, no hook!' Toch kom je maar moeilijk te weten welke organisatie nu écht diervriendelijk is. Eens naar de website surfen is eigenlijk de enige vorm van controle. Check de foto's. Als je ook maar íemand op de rug van een olifant ziet, dan is die organisatie alvast te mijden. Ook al is het zonder houten bakje, gewoon de verzorger op zijn blote voeten, élk gewicht brengt onherroepelijke schade toe. Dit artikel legt heel precies uit waarom je niet op een olifant mag rijden, welke rampzalige gevolgen dat heeft voor huid en skelet.
We waren lang niet zeker of we zo'n dag met olifanten zouden inplannen, kozen uiteindelijk voor Chang Mai Mountain Sanctuary. Beheerd door een lokale familie, dat is alvast een plus. In het bos en vlakbij een rivier, da's nog een goede reden. Kindvriendelijk, altijd meegenomen. Inclusief Poopoopaperpark, zoveel interessanter dan de stops die veel andere organisaties aanbieden.
Daarom dus, verder was het één grote gok. Ik laat eerste de foto's voor zich spreken en schrijf dan nog een paar bedenkingen neer.
Het is belangrijk dat we de olifanten eerst beter leren kennen. En zij ons. Geen betere manier dan eten geven, natuurlijk. Hoe meer bananen en suikerriet, hoe liever ze ons zien. 'Boen' moeten we roepen, en het eten binnen hun gezichts- of reukveld houden.
Modder als zonnecrème. Als de olifanten ingesmeerd zijn - en sommigen zichzelf tot ons groot plezier een modderdouche gegeven hebben - steken we met hen de rivier over. De stroming is bijzonder sterk. Wij moeten ons schrap zetten, de kolossen raken met gemak aan de overkant.
Het pad in de jungle is smal. We mogen niet naast de olifanten wandelen, ze zouden ons gewoon opzij duwen. Vlak voor is wel goed, en dat doen we. Behalve onze gids zijn er nu ook een paar drijvers mee. Die achter onze olifant roept 'bai! bai!' om het beest vooruit te krijgen. Als dat niet werkt, halen we wat suikerriet boven.
We zijn nu al veel meer op ons gemak en genieten echt van deze wandeling. Allerliefste en Jana blijven dicht bij Mulan, 'onze olifant'. Lukas loopt met de andere kinderen van de groep voorop. Lyglia en Ioki.
Een Iers meisje dat met haar thuisonderwijzende mama en nieuwe-vriend-van-mama door Azië trekt. Een Japanse jongen die met zijn jongere zus in Hong Kong woont en ook naar een internationale school gaat. Ongeveer dezelfde leeftijd en wereldwijsheid, in het Engels tetteren ze er op los.
Dat ze met een olifant op wandel zijn, is precies maar bijzaak.
Waar de wandeling een U-bocht maakt, zien we Lukas terug. Met zijn bende. 'Wist je dat hier ook olifanten zijn?' plagen we. Ik probeer het groepje voor een foto samen te krijgen, daarna laten we de beesten grazen. Het woud is dicht groen en licht glooiend. Het is mooi om de dieren heel even hun eigen gang te zien gaan.
Als de olifanten terug recht krabbelen en uit het water sjokken, is het voorbij. Tijd om droge kleren aan te trekken en terug naar Chang Mai te rijden. Dachten we.
Maar de kinderen breiden het programma uit. In het water spelen, dat is niet alleen leuk voor olifanten. Zelfs nadat Nagisa, het jongere zusje van Ioki, er klaar mee is, blijven die vier in de rivier. Daarna moeten contactgegevens uitgewisseld worden, we kunnen 'thuis' in Hoi An opnieuw afspreken.
De foto's zijn overduidelijk, dit was een heel bijzondere dag. Ik ben van mijn leven nog nooit zo dicht bij een olifant kunnen komen. We kregen goede informatie en veiligheidsinstructies. Geen kettingen of ritjes gezien. De drijvers riepen alleen maar, ze sloegen nooit. Maar...
Er was een zwangere olifant bij (niet hoogzwanger, maar toch) en eentje van vijf jaar. Zou het niet beter zijn om die dieren gewoon met rust te laten? Bovendien was de groep te groot.
Ongeveer 35 mensen voor 5 olifanten, dat maakt het eigenlijk wel druk. En behalve onze groep-met-dagprogramma zagen we nog twee groepen. Eentje in de voormiddag, vertrek toen wij ongeveer aankwamen. Eentje in de namiddag, aankomst toen wij net gingen vertrekken. Deze korte groepen gaan niet met de olifanten op tocht, maar geven ook eten en ene modderbad.
Dat wil zeggen dat die dieren drie keer per dag moeten doen wat van hen verwacht wordt. Dus niets geen rustige oude dag, nadat ze uit slechtere omstandigheden gered zijn. En ja, er zijn slechtere omstandigheden. Olifanten die toeristen op hun rug moeten vervoeren, die moeten schilderen, opdraven in een show, trucjes doen. Doe of bezoek dat nooit.
Wat moet je met olifanten die van dit soort wantoestanden bevrijd worden? Na gevangenschap kunnen ze niet zomaar terug de natuur in. Zonder kudde zijn olifanten in het wild verloren. Zelfs voor kalfjes zijn er blijkbaar geen echte programma's van herintegratie of zo.
Tegelijk krijgen asielcentra geen subsidies, inkomsten moeten vooral van toeristen komen. Dus is zo'n asiel voorlopig misschien nog wel het minste kwaad? Voorlopig. Want volgens mij zal binnen een paar jaar blijken dat dergelijke sanctuaries de hele industrie op een of andere manier in stand houden. Het is namelijk wel zo handig dat je opgebruikte, mishandelde olifanten ethisch kunt dumpen, en dat dat ook nog iets opbrengt.
Stel dat ze het toch zouden menen, dan bestaan er over een paar jaar geen asielen meer. Erg benieuwd.
Eens voelen of die camera ook eetbaar is |
Wanneer de olifanten zich niets van ons aantrekken en gewoon het bos ingaan om te eten, misschien nog wel het schoonste moment |
Wij manoevreerden ons vaak zodanig dat we met 'onze' olifant alleen waren. Maar U ziet het op de achtergrond, in werkelijkheid was de groep te groot |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten