dinsdag 5 november 2019

Klinkerrobot, klankland

'Naar een eigentijdse didactiek voor ...' Dat las ik onlangs, toen ik zocht op 'goede vragen bij een oefening begrijpend lezen'. Het internet barst van de informatie, de voorbeelden, de oefeningen.

En toch kruipt er nog best veel tijd en werk in de voorbereiding van mijn lessen Nederlands. Want niet elke oefening is leeftijdsadequaat en hoewel ik de meeste taalregels goed ken en ook best veel uitleg vind, is dat nog niet hetzelfde als nieuwe leerstof aan iemand anders overbrengen, aanleren.

Mijn twee leerlingen moeten bovendien niet alleen andere dingen leren, ze leren ook op een andere manier. Didactiek in het lager onderwijs is iets anders dan in het secundair. Kortom, ik heb zwaar onderschat hoe intensief het is om de kinderen mijn eigen cursus Nederlands te geven.

'Maar vind je het ook leuk?' polst Allerliefste. Ja, eigenlijk doe ik dat wel graag. Taal is mijn ding en ergens diep in mij heb ik een leerkracht ontdekt. Elke keer ik mijn innerlijke juffrouw bovenhaal, kom ik met een nieuwe methodiek, een poster, knutselwerk.

Toen ik merkte dat die klinkerrobot niet echt werkt, bijvoorbeeld. 

  
Ik heb de robot uit haar Belgisch portfolio gelicht en mee naar hier verhuisd, maar merk tijdens de les hoe mijn *ahum* leerlingen zich altijd verliezen in de lange weg die ze moeten afleggen. Zeker voor een woord met meerdere klankstukken, is het lastig om elke keer die hele analyse te moeten maken.

Idem voor de versjes die ze vorig jaar gebruikten, voor langere woorden duurt dat gewoon te lang. Daarom bedacht ik - van wat ik me nog herinner uit mijn eigen derde leerjaar - een nieuw verhaal.



'Alle klanken zitten in klankland en willen daar het liefst uit ontsnappen. Probleem is dat de letterbewaker nogal lui is, de slagboom staat voortdurend open. Dus is van de lange aa alvast één a ontsnapt. Idem voor de lange oo, uu, ee, ie. Om te voorkomen dat ook de korte klanken ontsnappen, moet je zelf een soort slagboom maken. Op de luie letterbewaker kunnen we niet rekenen, dus zetten we twee medeklinkers achter een korte klank. Ziezo. De poort is gesloten, de korte o, a, e, u, i kunnen alvast niet meer ontsnappen.'

Bedoeling is dat ze - met mijn verhaal in hun achterhoofd, de show die ik daarbij verkoop - op den duur alleen nog maar op de klank moeten afgaan. Klinkt het lang, dan is het een open lettergreep waaruit de letters ontsnappen: pijltjeswoord. Klinkt het kort, dan moet je de lettergreep sluiten: dubbelzetter. Die termen die de kinderen op de Belgische basisschool geleerd hebben, staan ook op de tekening. Tegelijk werkt het verhaal ook met 'open' en 'gesloten', bij mij krijgen ze meteen de termen van het hoger taalonderwijs mee.

Dat weten de kinderen natuurlijk niet, zij vinden het leuk om de slagboom op en neer te bewegen, oefenen tegenwoordig graag op dubbelzetters en pijltjeswoorden.
      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten