'Neem je die foto's voor oparchitect? En vind je ook dat dit plan een beetje op een baarmoeder lijkt?' De dochter staat er met haar neus bovenop, ik knik en zeg haar dat ze straks in de reisgids maar eens over mevrouw Đặng Việt Nga moet lezen.
De eigenares en ontwerpster van dit huis heet in de volksmond Hằng Nga, de Vietnamese roepnaam voor het meisje op de maan. Deze zelfverklaarde godin heeft een Russisch diploma architectuur en het kind in zichzelf bewaard. Sinds de jaren negentig bouwt ze in en om Đà Lạt de gekste constructies. Haar Crazy House is een work in progress en kun je bezoeken.
Đặng Việt Nga wil de Vietnamezen opnieuw dichter bij de natuur en hun cultureel erfgoed brengen. Dus staat er een gebouw in de vorm van een rong, het rieten dak van beton. Op het gelijkvloers hangen ijspegels aan de ramen, op de hogere verdiepingen wordt het warmer en is het aan de andere seizoenen. Er zijn lava-elementen, dunne wandelbrugjes van het ene gebouw naar het andere, pilaren die met valse wortels als een boom uit de grond rijzen. Achthoekige ramen, met het patroon van een spinnenweb. Afgeronde treden en trappen die zich als boomtakken rond en langs gebouwen slingeren. Weinig rechte hoeken, wel glooiende muren en bogen.
Is dit nu kunst of kitsch?
'Think Gaudí meeting Tolkien and dropping acid together,' staat er in de reisgids. Sommigen zien er de zin voor vrolijkheid en avontuur van Walt Disney in, anderen de aan gekte grenzende genialiteit van Salvador Dalí in. Voor Aziaten is het dé plek om honderden selfies te nemen. Wij kunnen niet elke keer wachten tot ze klaar zijn met poseren, dan komen we nergens. Dus komen we soms in hun beeld...
Wanneer we door een deur van schelp naar binnen gaan, denk ik: 'Kitsch! Overduidelijk!' We staan op de onderwaterverdieping. Op de blauwe voer is een haai met opengesperde bek geschilderd, op de muren stukwerk met waterplanten, vissen en een grote kwal. 'Leuk voor een themafeestje,' zeg ik. En dan wijst Allerliefste mij op de spots, een bar in de buik van een walvis en een grote luster die Ariël meteen naar haar geheime schatkamer zou slepen.
Hier kun je een fantastisch fout feest organiseren! Kortom, kitsch. But then again... Đặng Việt Nga krijgt veel tegenwerking. De Partij vindt haar gebouwen maar niets. Te speels, te dromerig. Antisocialistisch. Is dit uitbundig gebouw dat mensen wil laten voelen en nadenken, dat giechels uitlokt en weerstand oproept dan niet tegelijk ook (een beetje) kunst?
U kunt natuurlijk ook altijd in het hotel van Crazy House logeren. Voor buitenlanders redelijk prijzig en overdag lopen honderden toeristen door de gangen. Ik weet niet of gasten ook elke dag moeten opruimen, wij piepten alleszins in een paar lege kamers binnen. Wie in een sprookje wil slapen, moet daar iets voor over hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten