Vanaf het nationaal park rond het meer van Ba Be is het een volle dag rijden naar Ninh Binh. Lange autoritten, daar zijn we ondertussen helemaal op ingesteld. Benen strekken tijdens het tanken en giechelen om Engelse vertaalfouten, rondkijken en iets te eten vinden.
Ook al is Vietnam bekend om supergoed streetfood, onderweg is het voor vegetariërs niet altijd even makkelijk. Vaak is er alleen maar phở of cơm gà te krijgen, soep met rundvlees of rijst met kip. Deze keer leidt de gps ons naar de hoek van een druk kruispunt waar drie stalletjes met de beste bánh mì zouden staan.
Het is al iets na twaalven, Vietnam doet een dutje, alles is gesloten. We stappen toch uit, er zal wel iemand opdagen en ons een Vietnamese baguette maken. Zoveel krokanter en lekkerder dan een Belgisch belegd broodje.
Bovendien is er altijd een variant met ei en kan Allerliefste dat ondertussen in het Vietnamees bestellen. 'Om mee te nemen?' vraagt het omaatje. 'Neen,' zegt hij, 'hier aan tafel.' Ze serveert het ons in pagina's van een oud schoolschrift en het ziet er niet uit maar is om duimen en vingers bij af te likken.
's Avonds kijkt de familie die Secret Garden uitbaat verbaasd maar blij verrast. De meeste toeristen bezoeken Ninh Binh op een reis van Noord naar Zuid (of Zuid naar Noord). Met andere woorden, maar weinigen komen nog een keer terug.
In Ninh Binh zijn er beslist hotels die dieper in het groen liggen, op onze fietstocht passeerden we er een paar met een natuurlijke zwemvijver of zicht op de rijstvelden. Maar die waren vandaag allemaal al volzet en wij wilden eigenlijk alleen maar goed slapen.
En een keer in het zwembad springen. Het decor toch ook lang niet slecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten