Tussen Đà Nẵng en Huế liggen de bergen van Hải Vân. Je kunt erdoor, via een lange stinkende tunnel. Of erover.
Erover is mooier. Veel toeristen maken er een (halve) daguitstap van.
Een paar barakken op asfalt! Wie huurt daarvoor nu een brommer of een jeep?
Dat begrijp je pas als je voorbij drie bouwvallige steenhopen klimt. De verdedigingsforten van de vroegere keizer van Huế liggen er niet zo goed bij, maar het uitzicht is wel adembenemend.
Net als de rit heen en terug. We stoppen onderweg bij een afdak met plastic stoelen, nu er geen buslading toeristen zit. Zicht op de immense baai, tegelijk haven van Đà Nẵng.
Daar op het strand zien we precies de camping die eerder als eens op mijn internet gepasseerd was. Iets verder, in het groen, de trein die we op weg naar hier altijd maar kruisten. Sporen en overweg midden in de stad, dat is hier heel gewoon.
We zeggen al zo lang dat we hier ook eens de trein willen nemen. De trein naar Huế, die we vandaag eerst door de stad en daarna door het Bạch Mã National Park naar de Hải Vân-pas zagen rijden. De trein in Hà Nội, waarvan Allerliefste al een paar filmpjes stuurde, toen hij voor het werk in de hoofdstad was en even tijd had voor een koffie.
Terug thuis begint Lukas te plannen. 'In de zomer stoppen we onderweg naar het Noorden eerst in de treinstraat van Hà Nội.' Omdat het volgens hem nu eenmaal zo uitkomt met de treinuren, gaan we daar ontbijten, middag- en avondeten. 'Maar eerst, een van de volgende weekends, naar de keizerlijke stad. Met de trein! Dan zullen we niet alleen door en over de Hải Vân-pas gegaan zijn, maar ook erlangs.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten