zondag 26 november 2017

Guerilleros

Vier jaar geleden trekken we voor het eerst naar Portugal. Vrienden verbouwen er een vervallen wijnboerderij, met stenen muren zo dik als die van het Gravensteen, midden in een bos vol Eucalyptusbomen. Langs de terrassen stroomt een beek met fris bronwater. Wij palmen het onderste terras in, kampeerplek én speelweide voor ons alleen. Het is er zo heerlijk dat we de volgende zomer terugkeren. We verbouwen mee en ontdekken verder de streek rondom. Dat de rit heen drie dagen rijden is en de rit terug nog een keer, vinden we helemaal niet erg: we doen het extra traag, het is vakantie-in-een-vakantie.

Maar de auto die we elke zomer mogen lenen, is niet meer. We gooien het over een andere boeg en gaan op fietsvakantie. De eerste keer in België, de tweede keer naar Frankrijk. De derde editie mag iets avontuurlijker. Dus smijten we onze fietsen bij het bouwmateriaal van onze vrienden en vliegen we hen achterna.


Vliegen met fietsbagage is minder elegant dan met een rolkoffertje.

Eindelijk terug in Portugal! Tussen toen en nu liggen twee zomers, drie volle jaren. Ze kregen regelmatig bezoek, maar behalve wij kampeerde nog niemand op het terras beneden. Hier zijn we weer! Ondertussen willen onze lieve vrienden ons iets anders voorstellen. Een try-out van hun glamping plek.

Op een van de hogere terrassen timmerden ze namelijk een houten buitenkeuken, een ecologisch toilet en een douchecabine. Ze plantten er ook twee grote canvastenten neer. Een heel dorp bijna, alleen voor ons. Alsof we een voorpost van de guerilla bemanden. En ik bedoel dit alles behalve negatief. De constructies hebben charme en karakter. Er is redelijk wat comfort: een koelkast midden in een bos, verlichting, een tweepersoonsmatras, goede hoofdkussens. En toch leef je de hele dag buiten.

Voor ons vieren voelde het allemaal erg luxueus aan en tegelijk ook nog avontuurlijk genoeg. Bovendien is het zo heerlijk stil op de terrassen in het bos.

Daarom twijfel ik of ik het adres hier ga delen. Ik gun het U natuurlijk wel, maar wat als ik zelf nog eens een paar weken vakantie wil in dat kleine paradijs op aarde? Kijk hoe het daar was, zeg.

De avond valt, krekels in koor. Tijdens het kamperen hadden wij nog nooit een tafel die ruim genoeg was om te spelen én allerlei gerief op te leggen én te koken. 



De badkamer. Geen sanitair blok kan daar tegenop. 


Na het eten geen gezucht omdat iemand met een vol teiltje naar de gemeenschappelijke wasplaats moet. Aanrecht met boomstam en zicht op de vallei: dan is het vechten om af te wassen. 





Grondplan? Behalve de canvastent hier op de foto, staat er op het terras boven de buitenkeuken nog zo eentje. Met een tweepersoonsmatras en verhoogde lattenbodem. En vogeltjes die fluiten.

Terwijl wij na de afwas in onze hangmat gingen liggen, bouwden de kinderen kampen in het bos. Een uitkijkpost voor de voorpost van de guerilla, rebelser moet het niet worden. Daar zaten ze dan, gecamoufleerd onder een dak van varens. Controleerden iedereen die hun pad kruiste. 't Is te zeggen: niemand. (Dus passeerden wij regelmatig zelf een keer.)

Als ze dat beu waren, staken ze kleine houten huisje ineen voor trollen en elfjes, gingen ze zich onder buitendouche nog eens alsof inzepen of holden ze gewoon naar beneden. Naar de grote speelweide, vlakbij het terras waar we enkele jaren geleden met onze eigen tent en klaptafel stonden. De foto toont het overduidelijk: die plek is van ons, wij zijn daar thuis.

Zolang U ze geen hele zomer inpalmt, wil ik weide en terrassen hier wel delen... Surf naar kamperen in Portugal, maar zeg het niet verder.

Edit: Wat er verder nog te beleven valt in Cabeceiras de Basto en bij uitbreiding in heel Noord-Portugal...
     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten