woensdag 27 november 2019

Strongest common commitment





Als ik haar opvraag, verbetert ze mij. Isosceles moet je obviously niet als izooskeeles uitspreken. Ik pols naar de eigenschappen van elke driehoek en of ze nog weet hoe die in het Nederlands heten. Gelijkbenige, gelijkzijdige, rechthoekige, stompe, scherpe. Voor zover ik weet hebben wij voor een scalene driehoek geen aparte term.

Probleem is dat de doorsnee vertaalrobot niet altijd met de juiste wetenschappelijk benaming komt. Neem nu chemie, voor het precieze verschil tussen solute, solvent, solution en saturated solution en de Nederlandse begrippen van al die mengsels moeten wij diep in het internet graven. Soms haal ik er de eindtermen van het Vlaams secundair onderwijs bij, de lijst voor de alfawetenschappen hebben we gelukkig niet voor niets vertaald.

Verrassend vaak echter herinner ik me de woorden van toen ik zelf nog op de schoolbanken zat. Lowest common multiple is het kleinste gemeen veelvoud, k.g.v. Highest common factor is de grootste gemene deler, g.g.d. Alle kennis komt terug!

Ik weet zelfs nog hoe we equations oplosten, vergelijkingen met één of twee onbekenden. De verschillende stappen schrijven leerlingen in België onder elkaar, toch? Je moet de onbekende isoleren en al de rest naar de andere kant van het gelijkheidsteken proberen krijgen. Hier gebeurt dat anders, heel verwarrend.

Omdat we - ooit - terug naar huis gaan, willen de kinderen hun vakken op alle mogelijke manieren kunnen. The British international way én op de Belgische manier. (Lukas zegt soms 'onze weg', een van die typische fouten die erin sluipt.) Als ze huiswerk maken of toetsen leren, doen we dus altijd dubbel werk.

Het vooruitzicht van een school in Gent versterkt de motivatie nogal. Bij hen, maar ook bij mij. Ik spendeer best veel tijd aan hun schoolwerk, dat is hier een engagement van het hele gezin. Strongest common commitment, dat daar in de bètawetenschappen nog geen term voor bestaat!
     

dinsdag 26 november 2019

Madame Nguyen

Ludovic Laroue stuurde net een mailtje naar Mme Nguyen. Hij had in de krant een annonske gezien en wil nu graag een rendez-vous fiksen. Of hij de voituur kon zien? Hij heeft namelijk interesse.

Op de internationale school geef ik twee uren per week Frans. Aan mijn eigen kind, één op één. Met een cursus uit België.

In de klas spreek ik alleen maar Frans, geen vertalingen daar. Alleen wanneer ze thuis vocabulaire oefent, kom ik soms met een ezelsbruggetje. Het Gents is dankbaar en rez-de-chaussée kent ze nog, dat is de onderste knop in de lift van het oude appartement aan zee.



Met de uitspraak zit het dus meestal wel goed. Voor Franse leerkrachten in het eerste jaar van het Belgisch secundair onderwijs: madame Nguyen spreek je uit als Madame Ngein. Een beetje zoals de laatste lettergreep van pinguïn, gewoon pi laten vallen. 

En als u dan toch Frans geeft, heb ik nog een vraagje. Vindt U die cursus 'Le nouveau quartier français' ook zo goed? Mijn dochter vindt de werkbladen van de leukste die ze al gemaakt heeft, de posters behangen alle muren van ons klein lokaaltje en telkens we de spreekkaarten bovenhalen vind ik het spijtig dat er geen andere leerlingen zijn om scènes mee te spelen. We gebruiken de mica om oplossingen af te dekken, ik leer zelf ook bij en samen surfen we voor filmpjes, audio, (zelf)toetsen en extra oefeningen regelmatig naar het digitaal portaal. Ik heb tot nu toe nog bijna geen extra materiaal bijgemaakt...

Maar wat ik nog het beste vind, zijn de personages die in de dialoogjes voorkomen. In het quartier waar alles zich afspeelt, woont mère célébataire Emma met haar zoon Théo. Hij voetbalt op het pleintje met Choukri en Ali. Conciërge Robert helpt en repareert waar nodig. De eigenwijze Romane loopt stage bij een garage. Timéo gaat op vakantie naar de Provence. Inès Albaladejo belt voor een afspraak. En nu is er dus die mail naar Lili Nguyen.

Vrouw met Vietnamese wortels, zo zijn er wel meer in Frankrijk. Voormalige kolonie, weet U wel. J'aime bien cette diversité. De cursus toont het leven zoals het is, ergens in een wijk in Lille. Waar ook Minou en Milou lopen te miauwen.

Ik denk wel dat dat klopt. 
        

woensdag 20 november 2019

Er hangt iets nieuws aan onze muur

logo (c) March Gallery

Op de vernissage zou de kunstenaar zijn doeken toelichten. Omdat hij het liefst zijn werk voor zichzelf laat spreken, zou hij ook wat materiaal meebrengen. 'Het wordt niet echt een atelier,' zei de galerijhoudster, 'maar misschien kunnen jullie wel iets doén.'

Er valt in Hội An van alles te beleven maar - één - je moet het (meestal via via) te weten komen en - twee - je moet durven ingaan op bijzonder vage omschrijvingen. Wij hebben ondertussen geleerd om dat gewoon te doén.

'Hier. Inkt, borstel, water en papier.' We worden naar een tafel met vilten doek geleid. De galerijhoudster / gastvrouw legt een steen op elke hoek van de xuan.

Dat is papier gemaakt van iep, rijst en bamboe. Flinterdun, sterk en glad. Het favoriete oppervlak van penselen. En van de wind om mee te spelen.

'Zal ik er wat water over strijken?' vraagt die van de galerij. 'Ga daar nu eens met je penseel door.' De borstels zijn van hout en bamboe, dun tot heel dik, met haren van geit, konijn, varken, wezel, hert en mens. De inkt komt uit vulkanische steen. 

'Zie wat er nu gebeurt!' De kinderen glijden met het topje van hun borstels over het water. De meester stond erbij en keek ernaar. 


maandag 11 november 2019

12 1/5

Dat is een koperen jubileum. Ik plooi een draad - hartvormig, zijn initiaal - en zoek voor een bijhorende kaart de eigenschappen op. Chemie kan blijkbaar ook romantisch zijn. 

Overgangsmetalen wachten tot iemand hen komt halen. Als ze de ander gevonden hebben, smelten ze samen. Dat klopt! Buigzaam en met een zeer groot geleidingsvermogen voegen wij ons in onze legering al jaren naar elkaar. Thermisch en elektrisch, maar ook op alle andere vlakken, geleid de een de ander, de ander de een.

Laten we dat doen tot we aan platina zitten. 70 jaar samen en ook een overgangsmetaal.
    

vrijdag 8 november 2019

Nederlands knutseluurtje

Hoe graag ik ook knutsel, meestal zet ik mijn kinderen *ahum* leerlingen zelf aan het werk. Beter voor de cognitieve verwerking, denk ik dan. Als ze letterlijk met hun vingers bezig zijn, krijgen ze het hopelijk ook figuurlijk in de vingers.

De jongste maakte een boom, waarvan de stam misschien wel het belangrijkste is. Want stam + t, dat gebruik je voor jij + werkwoord en hij/zij/men/het/er + werkwoord. Niet voor werkwoord + jij! Dan is het gewoon stam.

Stam is de ik-vorm van het werkwoord, heb ik ook nog eens benadrukt. Stam is niet het werkwoord zonder -en. Denk maar aan reizen en de stam reis (ik reis). En schrijven, schrijf (ik schrijf). Idem dito is we/jullie/zij niet stam + en maar gewoon terug het volledige werkwoord. De infinitief.



Echt waar, hoe meer ik me als mamajuf in het Nederlands verdiep, hoe meer ik besef dat het voor anderstaligen aartsmoeilijk moet zijn. Met al zijn uitzondering en ingewikkelde spelling is het misschien wel zo taai als het Engels dat zij onder de knie moesten krijgen.

De oudste maakt twee signaalborden. Ze wil weten waarom. 'Dictee!' roep ik. En nog voor ze begint te zuchten, stop ik haar de twee borden in haar handen. 'Ik zeg de zinnen, jij luistert naar het werkwoord. Steek t of d in de hoogte. Of allebei.'

Inspiratie hier gehaald, op deze manier kun je op korte tijd heel veel zinnen oefenen. Jana vindt het leuk, zo actief. 'Mag ik eerst nog eens naar Lukas' werkwoordenboom kijken?' vraagt ze. 'Natuurlijk, daar dient hij voor.' Ondertussen juicht het in mijn hoofd. 'Mijn werkvormen werken!'

dinsdag 5 november 2019

Klinkerrobot, klankland

'Naar een eigentijdse didactiek voor ...' Dat las ik onlangs, toen ik zocht op 'goede vragen bij een oefening begrijpend lezen'. Het internet barst van de informatie, de voorbeelden, de oefeningen.

En toch kruipt er nog best veel tijd en werk in de voorbereiding van mijn lessen Nederlands. Want niet elke oefening is leeftijdsadequaat en hoewel ik de meeste taalregels goed ken en ook best veel uitleg vind, is dat nog niet hetzelfde als nieuwe leerstof aan iemand anders overbrengen, aanleren.

Mijn twee leerlingen moeten bovendien niet alleen andere dingen leren, ze leren ook op een andere manier. Didactiek in het lager onderwijs is iets anders dan in het secundair. Kortom, ik heb zwaar onderschat hoe intensief het is om de kinderen mijn eigen cursus Nederlands te geven.

'Maar vind je het ook leuk?' polst Allerliefste. Ja, eigenlijk doe ik dat wel graag. Taal is mijn ding en ergens diep in mij heb ik een leerkracht ontdekt. Elke keer ik mijn innerlijke juffrouw bovenhaal, kom ik met een nieuwe methodiek, een poster, knutselwerk.

Toen ik merkte dat die klinkerrobot niet echt werkt, bijvoorbeeld. 

  
Ik heb de robot uit haar Belgisch portfolio gelicht en mee naar hier verhuisd, maar merk tijdens de les hoe mijn *ahum* leerlingen zich altijd verliezen in de lange weg die ze moeten afleggen. Zeker voor een woord met meerdere klankstukken, is het lastig om elke keer die hele analyse te moeten maken.

Idem voor de versjes die ze vorig jaar gebruikten, voor langere woorden duurt dat gewoon te lang. Daarom bedacht ik - van wat ik me nog herinner uit mijn eigen derde leerjaar - een nieuw verhaal.



'Alle klanken zitten in klankland en willen daar het liefst uit ontsnappen. Probleem is dat de letterbewaker nogal lui is, de slagboom staat voortdurend open. Dus is van de lange aa alvast één a ontsnapt. Idem voor de lange oo, uu, ee, ie. Om te voorkomen dat ook de korte klanken ontsnappen, moet je zelf een soort slagboom maken. Op de luie letterbewaker kunnen we niet rekenen, dus zetten we twee medeklinkers achter een korte klank. Ziezo. De poort is gesloten, de korte o, a, e, u, i kunnen alvast niet meer ontsnappen.'

Bedoeling is dat ze - met mijn verhaal in hun achterhoofd, de show die ik daarbij verkoop - op den duur alleen nog maar op de klank moeten afgaan. Klinkt het lang, dan is het een open lettergreep waaruit de letters ontsnappen: pijltjeswoord. Klinkt het kort, dan moet je de lettergreep sluiten: dubbelzetter. Die termen die de kinderen op de Belgische basisschool geleerd hebben, staan ook op de tekening. Tegelijk werkt het verhaal ook met 'open' en 'gesloten', bij mij krijgen ze meteen de termen van het hoger taalonderwijs mee.

Dat weten de kinderen natuurlijk niet, zij vinden het leuk om de slagboom op en neer te bewegen, oefenen tegenwoordig graag op dubbelzetters en pijltjeswoorden.