vrijdag 26 juli 2019

Museum voor Schone Kunsten


Vietnam heeft kunst van honderden jaren terug. Prehistorische stenen ornamenten van Cham tempels (uitgebreide collectie in een meer gespecialiseerd museum in Da Nang) en beelden van boeddhistische monniken uit de Tay Son dynastie bijvoorbeeld. Of Guan Yin, godin van mededogen die op de foto hierboven haar duizend ogen en duizend armen toont.

Het museum wijdt er een drietal zalen aan, daarna gaat alle aandacht naar de twintigste eeuw. Kunst uit de periode dat Hanoi nog petit Paris genoemd werd. Schilders en beeldhouwers die sterk door Westerse stromingen beïnvloed werden, hebben dankzij traditionele technieken en andere onderwerpen toch een heel eigen stijl ontwikkeld.

Eén van mijn favorieten, het meisje dat haar haar wast. Gội đầu, geschilderd door Trần Văn Cẩn. Ook bijzonder vind ik 'Miss Liên' van Huỳnh Văn Gấm. (Veel ouder nu is het model voor dit schilderij nog steeds een mooie vrouw.) Van het werk hieronder - ook een plek in mijn portretten top 3 - vergat ik naam en kunstenaar te noteren! 


Er zijn weinig tot geen bewakers in de zalen, ik kan tot vlakbij de kunst komen en de technieken tot in detail bekijken. Het is om die details te doen, denk ik, als ik zie hoe fijn een paar houten kamerpannelen gegraveerd en beschilderd zijn. En dan zijn er nog het lakwerk en het schilderen op zijde. Arbeidsintensief, die schone kunsten van toen.

Lakwerk op houten panelen, voor en achter. 'De vier seizoenen' (Tứ quý) van Nguyễn Văn Bái. Niet alleen mooi, het vertelt ook iets over leven rond de tempel, begin vorige eeuw. En dan aan die donkere kant: die reigers, bloemen en witte wolken... Zo'n kamerscherm zou ik wel in huis willen.


Arbeidsintensief én doelgericht. Niet elke tafereel toont liefelijke natuur, Vietnamese kunst werd de vorige eeuw, waarin de ene oorlog na de andere woedde, meer dan eens ingezet om het volk te informeren en mobiliseren.

De kleurrijkste zijn de schilderijen waarin Ho Chi Minh als grote kindervriend verheerlijkt wordt. 

Hierboven 'Nonkel Ho speelt met kinderen', een schilderij van Hoàng Tích Chù (1960). Hieronder 'Op weg naar de les 'language of Uncle Ho'', werk uit 1946 van Đoàn Văn Nguyên.  




Naast de schilderijen vol vrolijkheid en voorspoed ook donkerdere taferelen. Eentje waarop kinderen angstig op de schoot van hun moeder kruipen, op het bord met bijhorende uitleg staat '1958, A-bomb'. Andere schilderijen tonen dagenlange voettochten, scènes waarin soldaten afscheid nemen van hun familie, een vergadering van de Partij, het sluipen naar en omsingelen van een Amerikaanse basis. 

Ook dit is propaganda, kunst die het volk moet aanmoedigen om dapper tegen de vijand te blijven vechten. Doordat de schilderijen tegelijk doordrongen zijn van (vaak charmante) volkse elementen en minder grafisch zijn dan foto's uit die tijd, is dit museum voor jonge en/of gevoelige kinderen misschien wel een betere kennismaking met de oorloggeschiedenis dan pakweg het militair museum.

Detail van schilderij hieronder, van Lê Quốc Lộc. Scène met soldaten die 's nachts langs hun geboortedorp passeren en tussendoor - snel, straks trekken ze weer verder - hun oude moeder dag zeggen. De maan bestaat uit witte scherfjes, ingelegd in het houten paneel. (Net als de witte doeken van de vrouwen, het truitje van de moeder.) Ik zit met mijn neus op de maan, zet dan een stap terug en zie hoe die op dit schilderij straalt.








Prijs: 40.000 voor mij, 10.000 voor de kinderen.

Als U niet van schone kunsten houdt, bezoek het museum dan voor de architectuur. De hele collectie huist namelijk in het vroegere (koloniale) Franse ministère d'information. Dat wil zeggen: mooie grote zalen, oude houten deuren, galerijen, trappenhuizen. Soms zaten Jana en Lukas gewoon van de ruimte te genieten.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten