Een paar aanvullingen op wat Deprez zo schoon omschrijft op pg 28:
- als een verdraaide komma (je hoofd achterover leunend en je lijfje naar voor, naar binnen opgekruld)
- als Superman (na het drinken, één vuistje naar boven - het reikt maar tot aan je schedel)
- als die hondjes met hun losse kop op het dashboard van de auto (als je met je buik op mijn buik ligt en je hoofd in de lucht probeert te houden - het wiebelt zo grappig)
- Als Stampertje in Bambi (wanneer je schrikt en je voetje op en neer trilt)
- Als een kleine paracommando (weet je nog, toen je je naar buiten manouvreerde met schouders en ellebogen? dat kon ik goed voelen bij je geboorte - en ook: als je op één van onze buiken naar boven wroet en wriemelt)
- Als een dolle wildeman (wanneer ik mijn borst ontbloot en jij op zoek gaat naar melk)
- als Simba in The Lion King (wanneer we je poepke ondersteunen, wanneer je niest, wanneer we je onder je oksels nemen en jij verbaasd met je grote ogen knippert)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten