't Is niet dat we richting zwembad of iets dergelijks fietsen, de motivatie moet ergens onderweg te vinden zijn. En dat is altijd afwachten: zullen we op iets leuks voor de kinderen botsen? Vaak helpt het toeval een handje. Een wedstrijd paardendressuur bijvoorbeeld. Daarna reed ze niet meer op haar eigen fiets, maar op een stalen ros. Klakgeluiden en sporen in de spaken.
Dat - en eigen een kilometerteller - gaf haar het zetje dat we nog nodig hadden om tegen de zomervakantie aan een hoger tempo raken. Van 26,5 km naar 41,3 km. Toch al meer dan een wiellengte - euhm, hoeflengte - verschil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten