weer met dat handje, maar dan omgekeerd |
Lukas leren fietsen dus. Op school beweert hij tegenwoordig dat dat zijn grote talent is. Ahum.
Het lukt. Een pedaalslag of vijf. Maar eigenlijk heeft hij er gewoon geen zin in.
En ik wéét wel dat ik gewoon moet wachten tot die klik er komt. Tot hij het zelf wil kunnen. Alleen vrees ik dat dat nog héél lang kan duren. Hij wil niets anders dan spelen-spelen-spelen en sjeest eigenlijk snel genoeg met zijn loopfiets. Waarom dan tijd steken in het oefenen van iets nieuws?
Neen, als we moeten wachten op de intrinsieke motivatie...
Dus verleidden we hem eerst met mooie fietstassen. Samen met fietslessen het ideale verjaardagscadeau van Moeke Mieke (in die serie super toffe cadeau's van toen). Daarna gooiden we een megacoole fietsbel in de strijd en een hele resem reflectoren. Komaan, Lukas, zo'n leuke fiets! Probeer hem gewoon eens.
Vorige week staken we nog een tandje bij. Jana tekende een grote fiets met puntjes, telkens hij in het park een toertje toert, mag hij een stukje verbinden. Maar ook dat interesseert hem eigenlijk niet. Dan blijven het maar puntjes op papier.
Lik op stuk voor zijn moeder die buitenshuis als pedagoge werkt maar privé haar eigen aanpak wil doorvoeren. Je moet wachten tot het kind zelf de volgende ontwikkelingsfase wil ingaan. Dat weet zelfs het kleinste kind (sic).
Binnen een paar jaar laat ik U weten aan hoeveel pedaalslagen hij zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten