Voor het privé groeifeest maakten Allerliefste en ik een boek over haar doek. Een doekenboek. Zij maakte van haar babyspuugdoekje al snel een knuffellap die overal en altijd met haar mee ging. Ik vertel die persoonlijke geschiedenis hier even kort door de bocht, zonder het proza dat we speciaal op haar niveau bedachten. De tekeningen scanden we in en vulden we op met foto's waarin je de stoffen structuur van haar doeken kunt herkennen. (Alle technische bewerkingen geduldig uitgevoerd door Allerliefste.)
Voor de poëzie van het origineel en àlle tekeningen - meer in verhouding dan hier - samengebonden in een hardcover boek met maar liefst 44 kleurenpagina's, komt U maar eens langs.
Het begon met een stapel witte doeken. Babyspuugdoeken die we voor allerlei doeleinden gebruikten.
Boertjes opvangen. Hoofdkussen in het babybedje. Die doeken waren altijd wel ergens in de buurt.
Steeds vaker nam Jana ze zelf in beslag. Eén van haar eerste gebaren was 'doek'. Steevast haar houvast in de wijde wereld.
Toen haar broer haar broer werd, belandden de doeken in de machine. Die van haar verfden we groen. Die van hem helemaal blauw. Subtekst: 'Toen hadden we dus twee doekenkindjes.'
Groen werd haar lievelingskleur. De doeken gebruikte ze naast talisman ook als leeshoek, zonnescherm, poppendekentje, knieverband, handtas, slabbetje, verstopplek.
Echt overal ging dat doekje mee.
Voor het eerst naar school. (Vlak nadat haar doek tussen de fietsketting terecht was gekomen.)
En al twee keer naar het andere eind van de wereld.
Er kwamen kleine scheurtjes in. Op den duur konden we die zelfs met de mooiste bloemetjessteek niet meer naaien. (Kijk goed.)
Nog een beetje later had ze vele kleine doekjes in plaats van één groot. Niet lang daarna vonden we overal in huis groene pluisjes en losse draadjes.
En zo eindigt het verhaal ongeveer. 'Terwijl dat doekje altijd maar kleiner wordt, zien we jou steeds groter worden.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten