(Nu loopfietst hij als zot. Een hele afdaling lang houdt hij zijn voeten hoog in de lucht, zo snel en steil dat op den duur het stuurtje gaat wiebelen. Hij ligt in de bochten, neemt moeiteloos elk bultje en ook menselijke hindernissen, racet naar school en terug. Maar in het begin, nu ongeveer een jaar geleden, weigerde hij om het ook maar te proberen.)
Dus verhuisden we de fiets van kelder naar fietskot. Zo kon hij op zijn minst al aan het idee wennen. En een paar dagen later lokten we hem met een smoesje. 'Zullen we eens testen of het zadel goed staat? Hé, dat past! Zullen we eens rijden?'
'Ja', zei hij.
(Het ene kind buiten het andere: toen zij voor het eerst op een echte fiets zat (dezelfde fiets!), konden die pedalen niet snel genoeg draaien.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten