woensdag 17 februari 2021

Op het dak van Vietnam

Neen, de hoogste berg van Vietnam is de Fansipan. Maar daar kun je niet kamperen. Dus rijden wij 100 kilometer! vier uren! over slingerwegen naar de bergketen van Centraal Vietnam.

Daar, op de vroegere Ho Chi Minh route, moet ergens een klein kampeerterrein zijn. Met zicht op Laos. Dat zelfgemaakte houten borden ons de weg wijzen, is alvast veelbelovend.

En daar is het dan. Op de berg van Đỉnh Quế, bijna 1400 meter hoog. Drie meter te kort, dus 1397 om precies te zijn. Een kampeerplek, één van de weinige in Vietnam. En wij dachten dat we ondertussen wel zouden weten wat te verwachten. 

Namelijk ...

Groepjes Vietnamezen die al veel te veel gedronken hebben en Hellowasyourneem! naar ons roepen. Een karaoke box of twee/drie, waarvan de muziek tegen elkaar opspeelt. Overal geparkeerde brommers, zo dicht mogelijk bij de tent. En houten hutjes voor wie geen eigen tent heeft. (De meesten.) Alle persoonlijke bagage in een kleine plastic zak, meer hebben ze niet nodig.

Wij daarentegen... 

Slaapzakken en matjes en mijn persoonlijk hoofdkussen. Een kookvuur, zakmes en sporks voor iedereen. Witte wijn voor Allerliefste en ook nog koude aardappelsalade in een bewaardoos. Tandenborstels, deo - douche uit een flesje - en proper ondergoed. Het boek van het moment, gitaar en ukelele.  

Vooral die extra warme truien waren goed ingeschat. 

Wat we niet verwacht hadden, was dat de camping - bijna letterlijk - op de baan zou liggen. De stenen tafeltjes staan onder het verkeersbord. Nog geen meter verder ligt het asfalt waarover brommers en kleine vrachtwagens rijden. 

Ik zoom even uit. 

En ja, ze heeft haar broer de olijven ontfutseld. 

Om maar te zeggen... Dit is kamperen in Vietnam. U moet de auto zo parkeren dat niemand op uw tent kan inrijden. En tegen veel afval en lawaai kunnen. 

Als U zich daar eenmaal overheen hebt gezet, rest er niets anders dan genieten van verder echt wel een prachtige plek.

                    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten