'Hou oud ben je nu, tien? Ik wil je niet beledigen, jongen, maar kijk: er zijn voetballers, en er zijn -.' Hij wrijft met zijn middelvinger over zijn duim en probeert een woord in de lucht te vinden. 'Er zijn -.' Uiteindelijk laat hij zijn armen langs zijn lichaam vallen, en schudt eens met zijn schouders. Hij komt niet verder dan: 'Andere jongens.'
Uit Dani Bennoni.
Het boekje van Bart Moeyaert past makkelijk in mijn handtas. Ergens tussendoor heb ik altijd graag iets te lezen. Het lijkt bijna gepland toeval, dat ik net deze woorden aan de rand van het voetbalveld lees.
Ik kijk naar hoe mijn jongen van acht met zijn iets te grote sportschoenen over de grasmatten rent. Een beetje houterig. Eerst mist hij de bal, daarna de goal.
Kleine kans dat ik met die andere voetbalmoeders op weekend ga. Want zo werkt dat hier. Voor een wedstrijd vliegen vaak hele ploegen naar Hanoi of Ho Chi Minh Stad. Vrijdagavond vertrekken de junioren, zondagavond zijn ze terug.
Gelukkig zijn er ook andere jongens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten