vrijdag 2 november 2018

Terug langs de Hồ Chí Minh route

'Als we de QL1A nemen, komen we aan na zes uren rijden. Via de QL15, de AH16 en de QL49B komen we ter hoogte van Hué uiteindelijk ook op de QL1A terecht. Vandaar is het nog maar een dikke twee uren tot thuis.'

'Hoe lang in totaal?' vraag ik. 'Iets meer dan elf uren. We zouden kunnen overnachten in Đông Hà, een havenstad.' Ik knik. Op grote hoogte ga ik liever te voet, een auto stijgt te snel voor mij. Maar als ik op zeeniveau kan slapen, durf ik die omweg door de bergen wel aan.

De route die rakelings langs Laos scheert lost alle beloftes in. We stoppen regelmatig, en niet alleen voor mijn hoogteziekte. Het uitzicht is ruw en diepgroen tegelijk. Adembenemend, zelfs op deze regenachtige dag. Als de zon doorbreekt reiken de bergkammen zover we kunnen zien. Als de mist opzet, zien we amper het verkeersbord langs de weg. Hellingsgraad 20 procent staat er, daarna 8 komma 99. We lachen. Het is heel precies aangegeven maar voelt toch allemaal even steil.

Allerliefste rijdt traag naar boven en beneden en voorzichtig in de bochten, we komen bijna niemand tegen. Heel af en toe zien we langs de kant iemand de berm maaien. Waarschijnlijk een dagelijks gevecht, deze wildernis kan de weg elk moment overgroeien. 

We rijden in de wolken, door de wolken, uit de wolken. In de bergen, door de bergen, uit de bergen. Als we aan de andere kant van de keten zijn, komen we opnieuw leven tegen. Eerst kruisen we motards die de route in de tegengestelde richting willen aanvangen. Later rijden we af en toe door een dorp.


Zicht op Laos

Terug beneden, af en toe een dorp

In deze provincie werkt Allerliefste met zijn collega's aan onderwijs waar ook kinderen van etnische minderheden iets aan hebben. Hij wijst me op de Bru-Vân Kiều (hier en hier meer info). Ze wonen in kleine dorpen, meestal langs een rivier. We zien hen onder houten paalwoningen zitten, potten en pannen aan spijkers. Later lees ik dat de keuken het hart van hun huis is en meestal op het grondniveau ligt.

Sommige vrouwen, oud en jong, dragen traditionele rokken. Ik zie soms een rits in het patroon, andere keren lijkt de doek rond hun middel gewikkeld. Bij hun bewegingen lichten de gekleurde lijnen op uit de donkere stof. Zou het satijnachtige wol zijn? (Scrol naar beneden voor een beeld.)

Langs de weg stappen mannen en vrouwen met manden vol hout, lopen en fietsen bosjes kinderen. We rijden daarom nog altijd traag en stoppen voor een pak koeken in een éénkamerwinkel waar iedereen naar ons lacht en wijst. 

De volgende stop ligt in een groter dorp, een kleine stad. Militair museum. De omweg die we al de hele dag nemen, heet de Hồ Chí Minh route. In deze streek is zwaar gesmokkeld, geschoten en gebombardeerd. Elk kerkhof, elk monument, elke site vertelt hoe sterk het Vietnamese Liberation Army uit het Noorden was, hoe zwak de Vietnamese en vooral de Amerikaanse troepen in het Zuiden.
 


Foto van een Amerikaanse soldaat in het plaatselijke museum
Khe Sanh is nog altijd trots op de schrik die het heeft aangejaagd






's Avonds eten we in Tam's café dat ook DMZ-tours organiseert, rondleidingen in de vroegere gedemilitariseerde zone waar ironisch genoeg net het meest gevochten is. We zijn de enige klanten, de ober komt erbij zitten en vertelt dat zijn familie langs beide kanten soldaten had. De vader van zijn vader vocht mee met het leger uit het Noorden, zijn jongere broer met het Zuiden. De vader van zijn moeder vocht mee met het Zuiden, zijn oudere broer met het Noorden. Geen van hen stond ooit op hetzelfde slagveld tegenover elkaar, maar het had gekund.  

Halverwege ons bord stapt een Amerikaan binnen. Hij vraagt of hier ook pizza te krijgen is en hoe hij morgen op het strand van Cửa Tùng geraakt. Van daar voer hij 50 jaar geleden met zijn patrouille de rivier op en af. De ober, wij, de Amerikaanse veteraan, zijn vrouw en hun gids, we raken allemaal samen aan de praat. No hard feelings, bij geen van de betrokken partijen. 'Vietnamese are good quality people.' 

Als we voorbij bedtijd uiteindelijk toch de rekening vragen, richt de ex-marinier zich nadrukkelijk tot de kinderen. 'In een oorlog zijn geen winnaars of verliezers,' zegt hij, 'alleen maar verliezers.' Zijn vrouw en ook de ober knikken. 'Yes.'

Een paar dagen na onze thuiskomst sorteer ik vakantiefoto's en surf ik naar Mag International. Deze ngo ontmijnt overal ter wereld, Vietnam staat hoog op de prioriteitenlijst. In Phong Nha zagen we hun sensibileringscampagnes en resultaten, op de terugweg zagen we waarom. 

Voor we naar dit land verhuisden, zetten we bij de bank een aantal domiciliëringsopdrachten stop, ook voor enkele goede doelen. Ik denk dat we ondertussen een nieuwe bestemmeling gevonden hebben. 
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten