maandag 7 februari 2011

9 maand

Lieve Lukas,

Terwijl je zus een dagje naar de zoo mocht met haar peter en co, vierden we vandaag jouw negende vermaanddag. Een beetje uitslapen in het grote bed (gelukkig, want 's nachts drink je nog steeds vaak en veel mamamelk). Na rijstwafel-als-ontbijt enthousiast rommelen met lege bobijntjes en het knopendoekje van omi, met een paar wijnkurken en stenen - vind jij leuk speelgoed. En hoewel je die fase al wat voorbij was, ging alles direct naar je mond: waarschijnlijk komen er weer tandjes aan.

Na een eerste dutje, na de couscous én een restje spaghetti (want het was niet genoeg, zoveel honger), namen je vader  en ik jou mee naar het zwembad. Spetteren, plonsen, kopje onder, beentjes trappelen, naar je vader kraaien, naar mij hijgen en vooral heel veel naar de andere kinderen kijken (en roepen!). Allemaal zo leuk dat je op de terugweg in de fietskar in slaap viel. Toen je wakker werd van een tweede dutje, was het tijd voor fruitpap, verwondering om de verhalen van je zus, avondmelk en nachtzoenen.  

Bijna een hele dag onverdeelde aandacht - dat lukt niet altijd met je zus erbij. En wat hebben we ervan genoten, je vader en ik. Zuchtend van geluk: Dat jij er bent! Zo wijs en lief en vrolijk! Als ik na negen maanden buik en negen maanden wereld vandaag de balans opmaak, denk ik aan...

Jou dragen. Meer kwaaltjes dan de eerste keer. Maar dat schijnt normaal te zijn: een jongen brengt andere hormonen en een tweede zwangerschap zet alles vroeger in gang. Lichte misselijkheid de eerste drie maanden, al heel snel bekkeninstabiliteit, lage rugpijn, zuur en op het eind natuurlijk moeilijk slapen. Verder herinner ik me het gevoel van samen onderweg: jij met mij naar voor het werk naar Amsterdam-Utrecht-Berlijn, jij met mij op 't bureau, jij met mij in de supermarkt, met mij naar de kinesist. Overal waar ik ben, ben jij met mij. Ik herinner me de handen van je vader op mijn buik: jij voelde ze ook en hij voelde dat jij het voelde. En herinner ik me de handjes van Jana op mijn gespannen huid: smeren, smeren, kusje geven, nog een beetje smeren, hoofdje tegen mijn vleien en door mijn buik bij jou naar binnen proberen kijken. Zo met elkaar verbonden, wij twee, wij drie, wij vier.

Je geboorte. Fysiek stukken beter, emotioneel minder overweldigend dan de eerste keer. Ik wist wat er ging komen, maar toch. Met mijn ogen dicht zie ik je terug met je buik op mijn blote borst liggen: je knuistjes opgetrokken, heel stilletjes. Alsof je afwachtte wat er nu zou gebeuren. Of misschien moest je - net als ik - even bekomen. De vroedvrouw wou je al wegnemen om te laten huilen, en dat deed je dan ook prompt. "Oh, wil je bij mama blijven?" en ze legde jou onmiddellijk terug. Ik zotcontent met wij twee, wij drie, wij vier.

Onze kraamtijd. Zoveel makkelijker dan de eerste keer. We zaten dan ook niet temidden van een verbouwing, niet in putje winter met die lange, donkere en bijwijlen eenzame dagen, niet in een werklozenstatuut en allerlei sollicitatieprocedures. In de hangmat in onze tuin of aan het kamperen in Frankrijk, tijdens de eerste schooldagen van je zus: de enige obstakels waren een dipje in de melkproductie en het feit dat je soms moeilijk insliep. Dat was niet onoverkomelijk. Veel rusten en drinken voor mij, de hangwieg, draagdoeken en bakeren voor jou. Verder altijd goedlachs, jij.

Jou ontdekken. Zo anders dan de eerste maanden van Jana, slecht een paar gemeenschappelijke kenmerken. Ik-weet-wat-ik-wil en ik-brul-als-ik-niet-krijg-wat-ik-wil. Allebei een rustige ziel. En een groot observatievermogen. Je zus en jij spelen goed alleen, maar jullie verliezen zich zelden in het eigen spel. Zonder hyperactiviteit, maar àlles rondom hebben jullie gezien of gehoord.
Behalve een handvol gemeenschappelijke karaktertrekken blijft ook de ontwikkelingspsychologie overeind. Waar het nu om draait bijvoorbeeld: jouw pincetgreep gaat samen met aandacht voor het piepkleinste detail (etiketjes van knuffels, kruimels op tafel); het kleine beetje verlatingsangst samen met een ongelooflijk plezier in kiekeboe-spelletjes.
Verder is alles anders. Heel sociaal, minder afwachtend. Een denkertje. Alles op het gemak (eten, slapen, spelen). Je mimiek zo expressief: je switcht bliksemsnel van ernstig naar een alomvattende schaterlach. Al kan je ook heel zuinig glimlachen - alsof je nu al oefent in beleefdheid. Soms lijkt het of je gaat wenen en plots verdwijnt die pruillip voor een flikkering in je ogen (ik denk steeds maar dat je dan een Aha-Erlebenis hebt). Zo boeiend, jij alleen, jullie twee.

Jou hebben. Genieten van alle kussen en knuffels, want jij bent mijn laatste baby. Hoe je piepklein op mijn buik sliep: op en neer op het ritme van mijn ademhaling, in de zetel, in bed. Overgeleverd aan de slaap, je van de wereld niet bewust, veilig bij mij. Ik wou dat het voor jou altijd zo zou kunnen blijven. Hoe je in mijn oksel ligt: in het begin kwamen je voetjes amper ter hoogte van mijn navel, nu bots je al tegen mijn opgetrokken benen. Hoe je nog steeds in de draagdoek indommelt, gewiegd door mijn stappen, gesust door mijn hartklop. Hoe je gedragen op mijn heup jezelf vastgrijpt aan mijn schouder, mijn trui. Hoe je handjes graag over een gezicht fladderen of in onze handen friemelen terwijl je in slaap valt.* Hoe je vandaag aan mijn haar trekt (alsjeblief, wat zachter!), mijn bril weggraait, mijn oogleden aflikt, in mijn neus bijt en als ik mijn lippen niet stijf op elkaar houd: mij tongzoenen geeft. Hoe je soms al je hoofdje bewust neervleit in mijn hals. Hoe je je handjes nog niet duidelijk uitsteekt om gepakt te worden maar wel al op en neer wipt van de voorpret: ik moét jou knuffelen. Nú. En dat doe ik. Want wat een zaligheid, jij, wij twee.


Ik zou je niet meer kunnen missen, kleintje. Al heel lang niet meer.

Al mijn liefs, je mama.



Edit. * Dat heeft je vader me onlangs verteld: hoe je met je vinger in zijn neusgat in slaap bent gevallen. Serieus! Ik denk dat jij de enige bent die dat mag. Doe maar. De wereld en wij, alles is van jou.

2 opmerkingen: